Permanente educatie en opleidingen

Hoe ziet de toekomst van pedagogisch werk eruit?

Honderd vertegenwoordigers van kinderopvangorganisaties, basisonderwijs en ROC’s bogen zich over de vraag: hoe ziet de toekomst van het pedagogisch werk eruit? Komt er een mannenklas Pedagogisch Werk? En hoe belangrijk is samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs?
Minder mannen in basisonderwijs slechte zaak

Minder mannen in basisonderwijs slechte zaak

Er werken steeds minder mannen in het basisonderwijs. Vergeleken met de kinderopvang, is het percentage mannen van 15,6 procent (in 2012) nog heilig, maar er is wel duidelijk sprake van een afname. In 2003 was 22 procent van de leerkrachten nog man. Leerkrachten in het basisonderwijs vinden dit een slechte zaak.
Nieuwe opleiding: Medewerker Brede School

Nieuwe opleiding: Medewerker Brede School

Medewerkers van de Rijswijkse kinderopvangorganisatie SRK en Vlietkinderen uit Leidschendam-Voorburg krijgen een primeur. Zij mogen de nieuwe opleiding tot Medewerker Brede School volgen. De opleiding, een combinatie van niveau 4 Pedagogisch Medewerker, Onderwijsassistent en Sociaal Cultureel Werk, is deze maand van start gegaan.
Post-hbo-opleiding Specialist Brede School

Post-hbo-opleiding Specialist Brede School

Het is vanaf januari 2013 mogelijk om de post-hbo-opleiding ‘Specialist Brede School’ te volgen. Het is de tweede keer dat het Marnix Onderwijscentrum de opleiding aanbiedt voor medewerkers in de brede school. In de opleiding is aandacht voor een goede afstemming tussen school, kinderopvang en welzijn en hoe je dit kunt realiseren. De financiële aspecten van de […]
Kleine

Zeventien scholen in financiële problemen

Zeventien schoolbesturen lopen een verhoogd of hoog financieel risico. Dat blijkt uit een onderzoek dat de onderwijsvakbond AOb maandag bekendmaakte. Het gaat zowel op kleine basisscholen als om grote ROC’s. In totaal volgen 95.000 leerlingen onderwijs bij een school in financiële nood. De besturen staan onder een verscherpt financieel toezicht bij de Onderwijsinspectie. Door de […]

Over permanente educatie en opleidingen

Je bent nooit uitgeleerd in de kinderopvang

In de kinderopvang raak je nooit uitgeleerd. De branche is daarom bezig met het invoeren van Permanente Educatie. Dit is een methode waarbij alle pedagogisch medewerkers altijd blijven leren naast hun werkzaamheden op de groep. De afgelopen jaren is er getest met online programma’s. De lessen uit deze pilots worden meegenomen in de invoering van de Permanente educatie.

Lees meer

Permanente educatie en opleidingen

Permanente educatie, ofwel voortdurende scholing, is een manier om te zorgen dat de kennis en vaardigheden van beroepskrachten actueel zijn en overeenkomen met de laatste wetenschappelijke inzichten. De Brancheorganisatie kinderopvang heeft een twee jaar durend project gehad rondom blijvend leren. Deze is in het voorjaar 2017 afgerond en daarmee klaar voor implementatie in het werkveld. Via het digitale platform Permanente Educatie voor Pedagogisch Professionals (PEPP) kunnen pedagogisch medewerkers kennis opdoen van nieuwe wetenschappelijke en maatschappelijke inzichten op het gebied van de ontwikkeling van kinderen. De eerste twee jaar van deze pilot hebben verschillende resultaten opgeleverd. Zo is er een inhoudelijk kader ontwikkeld waarbij de te ontwikkelen leergebieden in beeld zijn gebracht. Voor deze leergebieden zijn en worden er modules gemaakt, met bijbehorende proef- en eindtoetsen. Op het online platform www.pepp.pro zijn ruim 1500 deelnemers van meer dan 60 organisaties actief geweest met het volgen van modules en het maken van toetsen. Op 14 oktober 2016 zijn de eerste certificaten uitgereikt.

Kosten

Aan permanente educatie zijn verschillende kosten verbonden. Er zijn abonnementskosten per deelnemer, om het platform www.pepp.pro te kunnen onderhouden en ontwikkelen. Daarnaast zijn er kosten verbonden aan het afleggen van eindtoetsen voor het behalen van de PE-certificaten. En er zijn de meer verborgen kosten voor coaching en kindloos overleg, waar de noodzakelijke brug geslagen wordt van nieuwe kennis en inzichten naar verbeterd handelen. Het bestuur van de Brancheorganisatie Kinderopvang is akkoord gegaan met de oprichting van de Stichting Permanente Educatie Kinderopvang (STIPEK) ten behoeve van de gehele sector (met o.a. zowel een zetel voor de werkgevers als werknemers in het bestuur). Het intellectueel eigendom dat het project heeft opgeleverd is overgedragen naar STIPEK.

Reguliere opleidingen

Het aantal studenten aan de reguliere opleiding PW is de laatste jaren enorm gedaald. Door de forse bezuinigingen konden kinderopvangorganisaties geen stageplekken meer bieden. En zonder stageplekken kunnen de opleidingen moeilijk in stand gehouden worden. Het aantal inschrijvingen en afgestudeerden aan de PW-opleiding spreken voor zich. In 2010 schreven zich nog ruim 19.000 studenten in voor de PW3-opleiding. In 2016 waren dit er nog niet eens 8000. Voor PW niveau 4 waren er in 2010 nog ongeveer 15.000 inschrijvingen en in 2016 nog maar 8500. In totaal studeerden er in 2015 slechts 2600 studenten af aan de PW4-opleiding.

Mismatch

Door de enorme afname van het aantal studenten in combinatie met herstel en groei van de sector is er nu grote spanning op de arbeidsmarkt. Door de nieuwe kwaliteitseisen is er nu meer behoefte aan afgestudeerde pm’ers op hbo- of mbo-4-niveau. Maar deze zijn er onvoldoende. De pm’ers op mbo-3 niveau komen haast niet meer aan de bak terwijl er tegelijkertijd grote vraag is naar nieuw en hoger opgeleid personeel.

Overgangsfase

Is de situatie voor de mbo 3’er nu echt hopeloos? Yvette Vervoort van Buro 80/20: ‘We zitten vooral in een overgangsfase, met de nieuwe wet IKK in aantocht. De voorkeur zal tijdelijk bij hoger opgeleiden liggen, maar dat draait ook weer bij. Opleidingen moeten zich wel gaan afvragen in hoeverre hun mbo 3-opleidingen voor pm’ers aansluiten op de eisen die het werkveld stelt.’

IKC

Nieuwe samenwerkingsvormen, zoals binnen een integraal kindcentrum, stelt ook eisen aan beroepskrachten. Wt hebben toekomstige IKC-medewerkers nodig aan competenties? De samenwerkingsverbanden Kinderopvang en beroepsonderwijs Gelderland en Overijssel lieten het uitzoeken door Judith Kuiten. Zij was jarenlang docent op een ROC. Naast haar werk volgde ze een masteropleiding pedagogiek, leren en innoveren aan de Hogeschool van Amsterdam. Haar afstudeeronderzoek ging over de vraag: welke vaardigheden zijn nodig voor toekomstige ikc-medewerkers? Ze won er de Scriptieprijs Kinderopvang 2015 mee, uitgereikt door Het Kinderopvangfonds. Belangrijke vaardigheden voor IKC-medewerkers die ze vond zijn een integrale houding, interactief kunnen werken, basiskennis hebben van 0- tot 12-jarigen (‘en dat je daar ook over kunt communiceren’), flexibiliteit en het hebben van een onderzoekende houding. ‘Binnen een IKC is het vooral van belang dat je werk zich niet beperkt tot jouw groepsruimte of klaslokaal, maar dat je over de muren heen kijkt.’

Flexibiliteit

Met name flexibiliteit en een onderzoekende houding springen eruit, merkte de onderzoekster. ‘Als medewerkers geen onderzoekende houding hebben, hoe moeten kinderen die dan ooit vasthouden? Daaraan ontbreekt het in de praktijk nog heel erg. Flexibiliteit betekent: snel kunnen schakelen. Er zijn op IKC’s steeds meer combinatiefuncties, zoals een bso-medewerker die ook op de vroegschoolse opvang werkt, of een IB’er die zowel in het onderwijs als in de opvang wordt ingezet. Dan moet je flexibel zijn en makkelijk met iedereen kunnen communiceren.’ De gevonden vaardigheden sluiten aan bij de 21e-eeuwse vaardigheden waar onder andere SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling onderzoek naar heeft gedaan. Ook keek Kuiten naar internationale studies, en het onderzoek van PACT dat zich richtte op de vaardigheden voor professionals die met 0- tot 6-jarigen werken. De onderzoekster trok de leeftijd door naar 12-jarigen. ‘In een IKC kun je je niet beperken; het gaat juist om de doorgaande lijn.’