Beroepskracht-kindratio (bkr)

Van Ark vindt apart babytarief te complex

Staatssecretaris Tamara van Ark is geen voorstander van een apart babytarief in de kinderopvang. Dit voorstel kwam vanuit de BMK. Babyopvang is duur, maar dat doorberekenen in aparte tarieven is volgens Van Ark te complex. ‘Jammer’, vindt BMK.

‘Nieuwe bkr voor baby’s biedt alleen schijnveiligheid’

Ine van Liempd, psycholoog en promovendus aan de Universiteit van Utrecht, mist de fundamentele vraag die aan de invoering van IKK-regels vooraf hoorde te gaan: Hoe bieden we onze jonge kinderen de beste kwaliteit kinderopvang?

Blog Peter van Zijl – Impasse over bkr

Het gemiddelde is dus handig om een algemene tendens van stijging/daling weer te geven, maar schetst onvoldoende waar het echt misgaat. Het actuele onderwerp in ons vak is de nieuwe beroepskracht-kindratio op de babygroep. Niemand twijfelt aan de zin hiervan. We zijn ervan overtuigd dat de ontwikkeling begint vanaf het moment dat het kind wordt […]

SEO of Buitenhek? Het CBS zoekt naar het gelijk

Terwijl het kabinet ervan uitgaat dat de gemiddelde kostenstijging van de nieuwe bkr voor baby’s 4,6 procent is (onderzoek SEO) rekent de sector op een gemiddelde kostenstijging van 7,3 procent (Buitenhek). Een onafhankelijke derde partij, het Centraal Bureau voor de Statistiek, gaat nu kijken wie het bij het rechte eind heeft.

Van Ark: ‘Geen uitstel nieuwe bkr’

Staatssecretaris Tamara van Ark (SZW) ziet geen reden tot uitstel van de aangescherpte beroepskracht-kindratio voor baby’s, die per 1 januari 2019 van kracht wordt. ‘De sector heeft tijd gekregen om nieuw personeel te werven of personeel om te scholen. Ik zie geen reden om de aangepaste kwaliteitseisen verder uit te stellen.’

Blog Sanne Bosmans – Geen 1 op 3, maar wat dan wel?!

Ik heb de petitie ‘Kom op voor Kinderopvang’ getekend. Teken jij dit ook? Ik ben van mening dat een BKR van 1 op 3 de pedagogische kwaliteit geen boost zal geven. In dit blog lees je hoe je daar wel voor kan gaan zorgen.

Vervolg praktijkonderzoek naar effect bkr

De convenantpartijen in de kinderopvang zijn inmiddels gestart met het praktijkonderzoek naar de kosteneffecten van de nieuwe bkr in de kinderopvang. Deelnemers aan het eerdere onderzoek worden uitgenodigd om nu ook mee te werken.
Wet IKK

Lobby voor inzet groepshulp in plaats van beroepskracht

Annelies Zoomers, directeur-bestuurder van SKOS Kinderopvang, denkt dat een groepshulp meer kan bijdragen aan kwaliteit dan een derde beroepskracht. Ze vraagt collega-ondernemers om haar lobby te steunen.

Meer pm’ers of minder baby’s?

De Wet Innovatie Kwaliteit Kinderopvang (IKK) moet de kwaliteit in de kinderopvang verbeteren. Belangrijk onderdeel: minder baby’s per pedagogisch medewerker. Wat betekent dat in de praktijk? En verbetert daarmee de kwaliteit ook van de babyopvang ook echt?

Over beroepskracht-kindratio (bkr)

Nieuwe bkr voor baby's en bso

De beroepskracht-kindratio (BKR), ook wel leidster-kindratio genoemd, is een veelbesproken onderwerp in de branche. Per leeftijdscategorie gelden er andere eisen voor het aantal kinderen dat één beroepskracht mag opvangen. In de babygroepen en op de bso-groepen voor de oudere kinderen gaat dit per 2019 veranderen.

Lees meer

Met de nieuwe wet- en regelgeving binnen de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang komen er ingrijpende veranderingen in de bkr. Voor baby’s mogen er vanaf  januari 2019 nog maar 3 baby’s tot 1 jaar per pm’er opgevangen worden. Voor de toezichthouder is een overtreding van de ratio vaak reden tot het geven van een slechte beoordeling of in ieder geval een waarschuwing. Voor de personeelsplanning en –inzet zijn de BKR-eisen leidend en het is vaak een hele puzzel om aan alle eisen te voldoen. Het ministerie heeft daarom een rekentool ontwikkeld om hulp te bieden bij het maken van de berekeningen.

Horizontale groepen

Duidelijk is dat de bkr-regels voor verticale groepen gunstiger uit lijken te pakken dan voor horizontale groepen. Op een horizontale groep mag een pm’er drie baby’s onder haar hoede hebben. In de leeftijdsgroep 1-2 jaar mag één pm’er vijf kinderen opvangen. In de verticale groep bestaat geen aparte ratio voor 0-1 jaar, alleen voor 0-2 jaar. Daar mag één pm’er vier kinderen van 0-2 jaar onder zich hebben. Pedagogen die voorstander zijn van horizontale groepen, vinden het jammer dat het realiseren van horizontale babygroepen met de nieuwe wetgeving een stuk lastiger wordt. Velen zijn bang dat de aparte babygroepen zullen gaan verdwijnen.

Groepsgrootte

Behalve de bkr speelt ook de groepsgrootte een rol. Babygroepen van 0-2 jaar mogen maximaal 16 kinderen tellen. Het aantal pedagogisch medewerkers is dan vier. In volledig verticale groepen van 0-4 jaar gelden specifieke eisen voor het maximum aantal kinderen van een bepaalde leeftijdscategorie. Zo mogen op een verticale groep van 0-4 jaar waar 14 kinderen worden opgevangen, maximaal 8 kinderen jonger zijn dan één jaar. Peuterspeelzalen hanteren na 2018 dezelfde rekenmodellen als de dagopvang, met als verschil dat de ratio voor baby’s voor hen niet relevant is.

Vaste gezichten

Een andere belangrijke aanpassing is het vaste gezichtencriterium. Voor alle kinderen is een vertrouwde beroepskracht op de groep van belang, maar voor baby’s weegt dit belang extra zwaar. Uit onderzoek blijkt: hoe vertrouwder de volwassene, hoe beter de stressreductie. Voor baby’s gaat na 2018 gelden dat ze twee vaste gezichten toegewezen moeten krijgen en één van deze gezichten moet op de dagen dat de baby op de groep is aanwezig zijn. Als de groep zo groot is, dat er drie pm’ers op staan, mogen dit maximaal drie vaste gezichten zijn.

Maximaal twee groepen

Als de dagen per week variëren omdat ouders een flexibel pakket afnemen, hoeven kinderopvangorganisaties niet aan dit vaste gezichtencriterium te voldoen. Nieuw is dat kinderopvangorganisaties straks verplicht zijn om ouders en kind te informeren over de groep waar het kind naartoe gaat en welke pm’ers er die dag op de groep staan. Een kind mag op de dagopvang gebruikmaken van maximaal twee groepsruimtes.  In de peuterspeelzaal was dit maximaal één ruimte, maar dit gaat veranderen naar twee. Overigens valt spelen in een andere ruimte vanwege een speciale activiteit niet onder deze regel.