Hierover berichten verschillende media zoals NOS.nl en vakblad Appetite. Lumeng volgde een groep peuters en woog ze toen ze 21, 27 en 33 maanden oud waren. Hun moeders hielden bij hoe goed de kinderen aten en of ze hun kinderen onder druk moesten zetten om te eten. Uit die gegevens bleek dat het onder druk zetten van peuters om te eten uiteindelijk weinig verschil maakte. Deze conclusie is niet nieuw. Andere onderzoeken naar eetgedrag van peuters bevestigen dit beeld.
Positief mee omgaan
NOS.nl vroeg de Nederlandse voedingsexpert bij het Voedingscentrum Astrid Postma-Smeets om te reageren. Zij beaamt dat het geen zin heeft om kinderen te dwingen om hun bord leeg te eten. ‘Daar houden ze negatieve associaties aan over. Je moet de lading er juist afhalen’, zegt zij. Wat wel helpt is om groenten te blijven aanbieden en kinderen te stimuleren om het te eten. Ouders moeten daar positief mee omgaan, één hapje is soms al genoeg. ‘Dat gaat niet vanzelf, soms kost het tien tot vijftien pogingen voordat een kind de groente lust.’
Gezelligheid
Postma-Smeets denkt dat er andere factoren zijn die belangrijker zijn om kinderen te laten eten. ‘Dat het eten leuk op het bord ligt bijvoorbeeld. En dat het gezellig is aan tafel. Dat maakt veel meer uit dan de specifieke smaak.’ Vaak wordt gezegd dat kinderen op de kinderopvang opeens veel beter eten dan ze thuis doen. Het groepsgevoel, de groepssfeer en de stimulans van pedagogisch medewerkers maakt daarin het verschil.