De onderzoekers richtten zich hoofdzakelijk op vloeibare voedingsmiddelen. Uit eerdere onderzoeken bleek namelijk dat kinderen vloeibare voedingsmiddelen veel minder vaak onthouden dan vaste voedingsmiddelen. Dat komt omdat vloeibare middelen steeds in een andere vorm en uiterlijk verschijnen (in een fles, in een beker en in uiteenlopende hoeveelheden).
Woorden leren
Dus werd voor het onderzoek lekker gesmeerd met pudding, yoghurt en soep. De peuters kregen vervolgens door kinderen verzonnen woorden voor de producten zoals ‘dax’ voor pudding en ‘kiv’ voor yoghurt. Toen de kinderen dezelfde voedingsmiddelen voor zich kregen, maar in een andere vorm en hoeveelheid, bleken de kinderen die met het eten hadden gespeeld, de namen van de producten veel beter te herinneren.
Kinderstoel
‘Het lijkt er soms misschien op alsof kinderen alleen maar met eten spelen, en dat is ook zo, maar ze halen ook informatie uit dit soort bezigheden’, verklaart hoofdonderzoekster Larissa Samuelson. Opvallend uit het onderzoek is dat de omgeving een rol speelt of kinderen uitgebreid willen en kunnen experimenteren met voeding. Peuters die op de grond zaten, betastten het voedsel veel minder goed dan kinderen die in een kinderstoel zaten.
Even over dat spelen met eten en dat ze het dan beter onthouden: de meeste dingen eten ze zo vaak dat ze ze sowieso gaan onthouden; dus met eten spelen is dan niet nodig.