Wat gaat er verkeerd met VVE en de stimulering van peuters?
‘We blazen hoog van de toren met veel te hoge ambities: “geen kind mag meer met een taalachterstand naar de basisschool!”, “alle kinderen verdienen een gelijke start!”. We rekenen ons rijk met de hypothese van Heckman: ‘als je 1 dollar investeert in een kind, krijg je er 7 voor terug’. Maar in de praktijk zien we dat de programma’s te plat worden uitgevoerd. De belofte van de VVE-programma’s zie je in de praktijk nergens terug. Dat komt doordat we bij VVE nu teveel denken aan VVE als programma’s, met de weinig aandacht voor wat er verder bij komt kijken.’
Kunnen hbo-opgeleide pedagogisch medewerkers hierin het verschil maken?
‘Dat kan, maar met onze mbo-opgeleide pedagogisch medewerkers is niks mis. We moeten ze wel gerichter gaan opleiden. Er wordt onderschat hoe moeilijk het vak van een pm’er is. Een kind stimuleren op educatief, sociaal-emotioneel en motorisch vlak: kunnen we dat van één persoon vragen? Ik zou me kunnen voorstellen dat je straks op mbo-niveau afstudeert op één minor: bijvoorbeeld de taalontwikkeling of de motorische ontwikkeling. En als je ambitieus bent, kies je er twee. Hbo’ers mogen er zeker bij, voor de supervisie en de coaching.’
VVE draagt niet bij aan een betere kwaliteit, maar het gebruik van het Pedagogisch kader, het HKZ-certificaat enzovoort ook niet. Wat beïnvloedt de kwaliteit wél in positieve zin?
‘Het gebruik van de NCKO-monitor zonder verdere support draagt ook niet bij aan kwaliteit. Maar wat aantoonbaar wél werkt, is de combinatie van de kwaliteitsmonitor met de inzet van een pedagogische expert op de groep die er samen met de leidinggevende mee aan de slag gaat. Dat zien we ook bij andere aanpakken.’
Dus de inzet van een pedagogisch expert kan het verschil maken?
‘Dat lijkt wel zo. Maar in werkelijkheid is het hele middenkader in kinderopvangorganisaties wegbezuinigd. Ik hoorde in een tv-uitzending Cor Schuurman, directeur van de Amsterdamse kinderopvangorganisatie Tinteltuin, die zei: “ik heb alle groepen bemenst, dat gaat net goed”. Maar daarboven zit alleen hij. De pedagogische middenlaag is wegbezuinigd. De manager was al een schaap met 5 poten, maar het vak is nog moeilijker geworden. Je moet niet vreemd opkijken als ondernemers nu zeggen: ik ben nu even bezig met kinderopvang. Stimulering, werken aan een betere aansluiting met school: sorry, dat red ik nu even niet.’
Paul Leseman en Pauline Slot voerden een pre-COOL-onderzoek uit en zagen ook dat er na de eerste 5 jaar als pm’er nog veel te groeien en leren valt. Waarvoor pleiten zij?
‘Leseman en Slot lijken iets op het spoor te zijn. Zij stelden managers van verschillende groepen de vraag: “Doet u aan langdurige planning van professionalisering?” en ‘Werkt u intensief aan kwaliteitszorg?”. De kinderopvanglocaties die hier positief op antwoordden, toonden een betere kwaliteit. Dit is een interessante conclusie.’
Wilt u meer weten? Bezoek dan het Jaarcongres Management Kinderopvang. Ruben Fukkink zal dan spreken over hoe u zich kunt onderscheiden door pedagogische kwaliteit.
Kinderopvang heeft de laatste jaren sterke, maar ook zwakke kanten laten zien in onderzoeken van het NCKO-onderzoeken naar de pedagogische kwaliteit. Minister Asscher hamert op verhoging van de pedagogische kwaliteit. Wat zijn de sleutelfactoren bij het verhogen van de kwaliteit? Wat is bewezen effectief? Ruben Fukkink geeft een overzicht van de meest recente wetenschappelijk inzichten op dit gebied en geeft aanknopingspunten voor het verbeteren van de pedagogische kwaliteit in de praktijk van de kinderopvang.