Per 1 januari 2020 krijgen medewerkers als de cao door de betrokken partijen wordt aangenomen een structurele loonsverhoging van 5,5% over 18 maanden. Dit is inclusief een eindejaarsuitkering van 2% en een verhoging per 1 januari 2021 van de salarisschalen met €12.
Aanvullende afspraken
Om de werkdruk te verminderen, zijn er meer niet-groepsgebonden uren afgesproken. Deze uren zijn voor werkzaamheden als administratie, teamoverleg, oudergesprekken en het voorbereiden van activiteiten. In de nieuwe cao is het aantal niet-groepsgebonden uren minimaal 46 uur per fte per jaar per vestiging. Dit was 37,5 uur.
Ook is ‘levensfasebewust personeelsbeleid’ ingevoerd. Per jaar kunnen kinderopvangmedewerkers 138 uur doorbetaalde uren sparen en opnemen om de balans tussen werk en privé goed te houden. Denk hierbij aan ouderschapsverlof en mantelzorg. Maar de uren kunnen bijvoorbeeld ook worden opgespaard om minder te gaan werken of eerder te stoppen tegen de pensioengerechtigde leeftijd.
Tekst principeakkoord
De tekst van het principeakkoord over de Cao Kinderopvang 2020-2021 staat hier. De integrale tekst van het principeakkoord over de overgang van peuterspeelzalen naar de Cao Kinderopvang volgt op een later moment.
Reactie FNV
Debbie van Leiden van vakbond FNV is tevreden over het resultaat. ‘Het kostte enige tijd om de werkgevers te overtuigen, met name wat betreft de maatregelen op het gebied van werkdruk en werk-privébalans. We dachten zelfs dat we actie moesten gaan voeren, maar dat bleek uiteindelijk gelukkig niet nodig.’
Voor extra overtuigingskracht werden tijdens de onderhandelingen medewerkers van kinderopvang ingezet. De FNV trommelde enkele malen tientallen medewerkers op die hun grieven aan de werkgevers kenbaar maakten. ‘Dat heeft goed geholpen,’ aldus Debbie van Leiden. ‘Na die interventies gaven de werkgevers blijk van meer begrip.’
Reactie werkgevers
Ook de BK zegt tevreden te zijn over de nieuwe cao. ‘Het is een evenwichtig en eigentijds pakket aan afspraken, dat recht doet aan de ontwikkelingen in onze sector en oog heeft voor de belangen van zowel werkgevers als medewerkers,’ aldus de werkgeversorganisatie.
De BMK voegt hieraan toe: ‘Met deze afspraken geven we blijk van waardering voor de inzet en professionaliteit van medewerkers in de kinderopvang. Met de loonsontwikkeling die we zijn overeengekomen, blijven we in de pas lopen met andere(aanverwante sectoren, zoals zorg en welzijn.’
Aan mevrouw van Leiden: het siert een vertegenwoordiger geheel niet inhoudelijk in te gaan op (enkel een deel van) het gevoerde proces, wanneer gevraagd naar het resultaat. Het komt onprofessioneel over achteraf actietaal te hanteren mbt een deel van het proces wanneer gevraagd naar het resultaat, welke duidelijk mede het jouwe is. Natuurlijk zijn partijen het niet onmiddellijk eens, dat is bij de meeste CAO-onderhandelingen en is de verantwoordelijkheid van álle partijen om tot een overeenkomst te komen. Het nadrukkelijk roemen van de eigen bijdrage en benoemen van de beweging van de deelgenoot op een punt in het onderhandelingsproces is totaal onnodig en doet afbreuk aan de draagkracht van de overeenkomst. Het kan bovendien gemakkelijk geïnterpreteerd worden als ijdel op zijn minst en pedant op zijn hoogst.
Kunt u toelichten hoe ik deze “Per jaar kunnen kinderopvangmedewerkers 138 uur doorbetaalde uren sparen en opnemen om de balans tussen werk en privé goed te houden.” uren kan sparen?