Dat meldt SZW vandaag 24 juli in de Staatscourant.
Hoewel een groot deel van de kinderopvangmedewerkers en werkgevers akkoord gingen met de bepalingen in de nieuwe cao, pleitte de BVOK onlangs voor het niet verbindend verklaren van de nieuwe cao omdat de bepalingen ‘niet meer op te brengen zijn voor werkgevers’.
Meerderheid
Koolmees gaat uitgebreid in op de bedenkingen van de BVOK, maar weerlegd dit ook na overleg met de cao-partijen, die een grote meerderheid van de werkgevers en werknemers in de kinderopvang representeren.
Cao Kinderopvang 2020-2021
Waar staat er onder meer in de nieuwe cao Kinderopvang?
Medewerkers in de kinderopvang krijgen in de cao-looptijd van 18 maanden een structurele loonsverhoging van minimaal 5,5 procent. Per 1 januari 2020 krijgen medewerkers een structurele loonsverhoging van 3 procent.
Eindejaarsuitkering
Nieuw is dat medewerkers in de kinderopvang vanaf 2020 nu ook een eindejaarsuitkering van 2 procent krijgen. Ook ontvangen medewerkers vanaf 1 januari 2021 een extra bedrag van 12 euro bruto per maand (op basis van fulltime). Dat komt neer op een jaargemiddelde van 3,67 procent.
Stagiairs
Ook voor stagiairs zijn er afspraken gemaakt: zij hebben weer recht op een stagevergoeding. Voorheen was dit nog optioneel en aan de werkgever om te bepalen.
Werkdruk
Om de werkdruk te verminderen in de kinderopvang, zijn er meer groepsgebonden uren afgesproken: deze zijn van 37,5 uur naar minimaal 46 uur per fte per jaar, per vestiging gegaan. In deze uren kunnen pedagogisch medewerkers werkzaamheden doen buiten de groep zonder dat dit ten koste gaat van de aandacht voor de kinderen en de kwaliteit van de opvang. In deze uren worden werkzaamheden gedaan zoals administratie, teamoverleg, oudergesprekken en het voorbereiden van activiteiten.
Werk- en privébalans
Ook is het levensfasebewust personeelsbeleid ingevoegd. Per jaar kunnen kinderopvangmedewerkers 138 doorbetaalde uren sparen en opnemen om de balans tussen werk en privé goed te houden. Denk hierbij aan ouderschapsverlof en mantelzorg, minder werken of eerder stoppen voor de pensioengerechtigde leeftijd.
Overige afspraken
Overige afspraken die zijn gemaakt: het recht op onbereikbaarheid, een beperking van het aantal locaties voor oproepkrachten, de invoering van een beroepscode en afspraken over het scholen van werknemers. Tot slot zal er een werkgroep komen waarin afspraken over functiedifferentiatie verder worden uitgewerkt.