Ook andere steden leverden flink in. Met Rotterdam zorgden Amsterdam, Almere eDen Haag voor bijna een kwart (23 procent) van het totale verlies aan afzet en werkgelegenheid in de branche in 2012. Utrecht kromp ook, maar slechts 5 procent.
Lokale verschillen
Nog altijd zijn de lokale verschillen groot. Meer dan 80 gemeenten verliezen 15 procent of meer aan het aantal uren in de dagopvang. Helmond leverde hier bijvoorbeeld 19 procent op in, Heerlen 20 procent. Rotterdam voert de lijst aan van het grootste verlies in de buitenschoolse opvang: -20 procent (of ruim 2,1 miljoen uren minder). Opvallend is dat veel gemeenten in dezelfde regio ook veel bso-uren inleverden in 2012. Sliedrecht bijvoorbeeld voor 28 procent en Zwijndrecht voor 26 procent. In Utrecht groeide de bso met 7 procent, maar de opvang van schoolkinderen door gastouders liep in Utrecht wel hard terug (-100.000 bso-uren).
Algemeen
Als je alle vormen opvang (dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang) bij elkaar optelt, verliest de kinderopvang 10 procent aan uren vergeleken met 2011. Bureau Buitenhek had dit percentage, in eerdere prognoses, niet zo hoog ingeschat. Dat geldt ook voor de overheid die veel minder kosten voor kinderopvang heeft gemaakt in 2012 dan is geraamd in de begroting.
Gastouderopvang
Gastouders leverden flink wat uren in in 2012. Voor 0-4 jarigen liep dit op tot 14 procent en 4-12 jarigen 10 procent. Het gebruik van dagopvang daalde in 2012 12 procent en de bso 8 procent vergeleken met 2011. De cijfers van Buitenhek tonen aan dat gastouderopvang zeker geen alternatief voor ‘dure opvang in kindercentra’ is geworden voor ouders. Zoals uit andere onderzoeken bekend is, kozen en kiezen ouders in plaats daarvan vooral voor informele opvang.
Omzet
De omzetten in de kinderopvangsector zijn zoals verwacht flink gedaald. Van 2011 naar 2012 al met een 0,4 miljard. De verwachting is dat dit jaar nog eens een half miljard minder omzet wordt gegenereerd en daarmee verliest de branche bijna 1 miljard euro aan omzet in twee jaar tijd. Vertaald in arbeidsplaatsen zijn dit er 25.000. Buitenhek verwacht dat 2014 en 2015 ook lastige jaren gaan worden omdat er een lage instroom is van baby’s in de kinderopvang. Dit effect werkt nog jaren door.
Overheidsuitgaven
De overheid heeft haar uitgaven aan kinderopvang stevig zien slinken. De verdeling 1/3 voor werkgevers, 1/3 voor ouders en 1/3 voor de overheid, zoals minister Kamp die begin 2012 schetste, zag er in 2012 nog redelijk haalbaar uit. Voor 2013 is de balans echter ver te zoeken. Ouders betalen nu het grootste deel van de kinderopvangkosten (37 procent), daarna de werkgevers (33 procent) en daarna de overheid 30 procent).
Bekijk meer cijfers in de nieuwsbrief van Bureau Buitenhek.