Gezinnen met een laagopgeleide moeder hebben drie keer vaker een kind met een grote zorgvraag dan hooggeschoolde gezinnen, zo blijkt uit Belgisch onderzoek.

De scholingsgraad van het gezin en dan vooral van de moeder, heeft duidelijk invloed op het voorkomen van kinderen met een zorgvraag in een dergelijk gezin. Moeders met een lagere scholingsgraad leven ook vaker minder gezond en dragen dat ook over op hun kinderen. Ook blijkt uit het onderzoek dat het lastiger is voor lageropgeleiden om medische en andere voorzieningen goed te benutten.

Grote zorgvraag
Onder een grote zorgvraag rekenen de onderzoekers Leen Sebrechts en Jef Breda van de Universiteit Antwerpen “Alle factoren die leiden tot fysieke, mentale, emotionele of gedragsproblemen die een meer dan gemiddelde zorg vereisen.”, aldus Klik.org. Sebrechts en Breda noemen in dat kader niet alleen fysieke of mentale handicaps, gehoor- en gezichtsproblemen en autisme, maar ook langdurige ziekte, psychische problemen en problemen met leren.

Andere uitkomsten
Lageropgeleide moeders met een gehandicapt kind blijken minder vaak werk te hebben dan hoogopgeleide moeders met een gehandicapt kind. Verder komt uit het onderzoek naar voren dat kinderen met een hoge zorgvraag vaker in een eenoudergezin opgroeien. Ouderrelaties blijken slecht bestand tegen kinderen met een hoge zorgvraag. Gezinnen met gehandicapte kinderen zijn overigens niet armer dan vergelijkbaar opgeleide gezinnen zonder kinderen met een zorgvraag.

Conclusie
In hun conclusie stellen de onderzoekers dat de financiële hulp zoals die in België wordt geboden, werkt. Daarbij benadrukken ze wel dat zorgorganisaties zich op het hele gezin moeten richten en niet alleen op het kind.