Dat maakt staatssecretaris Tamara van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) bekend in de eerste kwartaalrapportage kinderopvang 2019. In totaal gingen in het eerste kwartaal van 2019 368.000 kinderen naar de buitenschoolse opvang, 338.000 kinderen naar de dagopvang en 113.000 kinderen naar de gastouderopvang.
Groei
Op de buitenschoolse opvang nam het aantal kinderen het meeste toe, met 27.000. Kinderdagverblijven zagen het aantal kinderen groeien met 14.000. In de gastouderopvang nam het aantal kinderen binnen de leeftijdscategorie 4- tot 12-jarigen af met zo’n 3.000 kinderen. Het aantal kinderen van 0 tot en met 3 jaar bleef gelijk in de gastouderopvang.
Uren
Het gemiddelde aantal uren opvang per kind per maand is gestegen tot 58,6 uur per maand. In de dagopvang werd in het eerste kwartaal van 2019 gemiddeld 2,4 uur kinderopvang meer afgenomen, in de buitenschoolse opvang gemiddeld bijna 1 uur meer.
Uurprijs
Het gemiddelde uurtarief van de dagopvang, dat door ouders is doorgegeven, is gestegen met € 0,43 ten opzichte van vorig jaar. De gemiddelde tarieven liggen € 0,19 onder de maximum uurprijs. Voor de buitenschoolse opvang ligt het gemiddelde uurtarief € 0,38 boven de maximum uurprijs. De uurprijs in de gastouderopvang nam voor kinderen van 0 tot en met 3 jaar toe met € 0,12 en voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar met € 0,14.
Aantal locaties
Opvallend is de dalende trend bij het aantal gastouderlocaties: dat nam in het eerste kwartaal van 2019 af met 552 locaties. Vergeleken met een jaar geleden is het aantal gastouderlocaties zelfs afgenomen met 3.330 locaties. Bij de buitenschoolse opvang is in het eerste kwartaal van dit jaar een lichte groei te zien. Er kwamen 41 bso-locaties bij.
Arbeidsparticipatie ouders
Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2018 is de arbeidsparticipatie van vrouwen gestegen met 1,7 procent. Onder jonge vrouwen tussen de 25 en 34 jaar is de arbeidsparticipatie met 82,9 procent het hoogst van alle categorieën. Ook de arbeidsparticipatie onder mannen nam toe, met 0,9 procent.
Bekijk de eerste kwartaalrapportage 2019 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid >>
