Heers onderzocht of brede scholen de onderwijsprestaties en sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen positief beïnvloeden. Hiervoor analyseerde ze brede scholen in het basisonderwijs in Schiedam en in het VMBO in Rotterdam. Ze vergeleek de leerlingen met leerlingen van scholen die geen onderdeel uitmaken van een brede school. Haar conclusie is op het eerste oog niet erg positief: kinderen die naar brede scholen gaan, scoren op cognitief niveau niet beter dan kinderen die naar een “reguliere” school gaan.
Doelstellingen
Toch zijn er ook verschillen. Activiteiten binnen de brede school die gericht zijn op cultuur, schoolklimaat en ouderbetrokkenheid hebben wel een positief effect op de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. Maar kinderen van een brede school presteren dan weer niet beter op het gebied van gedrag en werkhouding. Heers vindt daarom dat brede scholen niet per definitie in aanmerking komen voor subsidie. ‘Samenwerking tussen scholen en andere instellingen moet een middel zijn om een doel te bereiken. Daarom is het voor brede scholen heel belangrijk om duidelijke doelstellingen te formuleren.’
Activiteiten
Job van Velsen van het Landelijk Steunpunt Brede Scholen is niet verrast door deze conclusie, omdat ze grotendeels in lijn zijn met de effectmeting van brede scholen door Oberon. Van Velsen: ‘Wij pleiten al langer voor een concrete visie, draagvlak bij de medewerkers en bestuurders en een planmatige aanpak vanuit een zorgvuldige analyse. Bij het verstrekken van subsidies worden brede scholen vaak als een uniforme groep beschouwd. Heers vindt dat niet terecht. ‘Er moet beter in kaart worden gebracht welke activiteiten brede scholen werkelijk uitvoeren. Daarnaast moet de kwaliteit van de diensten die brede scholen aanbieden en van de instellingen waarmee ze samenwerken worden geanalyseerd.’
Meer cultuur, kunst en sport en minder taal en rekenen. Dat is de wens van brede scholen in Rotterdam. Om de schoolprestaties van kinderen te verbeteren, krijgen de scholen de ruimte om extra lesuren in de brede school te geven. Lees meer
Zorgkinderen
Opvallend in het onderzoek is dat investeren in zorgactiviteiten niet per definitie loont. Alleen zorgkinderen zijn gebaat bij extra zorg, bijvoorbeeld om leerprestaties te verbeteren. Maar bij niet-zorgleerlingen hebben zorgactiviteiten zelfs een negatief effect op hun onderwijsuitkomsten. Jeannette Doornenbal, lector Integraal Jeugdbeleid aan de Hanzehogeschool Groningen, vindt dat dit aantoont dat pedagogisch medewerkers en leraren moeten anticiperen op gedrag van kinderen en per kind moeten kijken: wat heeft hij of zij nu nodig om tot leren te komen?
Onderbouwing
Heers vindt het vooral belangrijk dat brede scholen duidelijke doelstellingen hebben. ‘De ideeën van brede scholen zijn vaak goed, maar ik ondervond dat het doel van een brede school vaak niet helder is waardoor het moeilijk is om te evalueren of een doel gehaald is.’ Zij pleit voor het gebruik van de ‘plan-do-check-act-cyclus’ van het Landelijk Steunpunt. Daarmee kun je concrete doelen vaststellen.
Kunst en cultuur
Job van Velsen vindt het goed dat de brede schoolontwikkeling word tonderzocht en belicht. ‘Het helpt ons om scherp te zijn op wat echt meerwaarde heeft voor kinderen. Goede bedoelingen leiden niet vanzelf tot effecten. Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat niet alle activiteiten zijn om te zetten in effecten op de cognitieve of sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Het bieden van de mogelijkheden om met bijvoorbeeld kunst en cultuur in aanraking te komen, heeft een bredere doelstelling dan het beter scoren op een Citotoets.’
Bekijk een samenvatting van het promotieonderzoek ‘The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands’