Harde cijfers zijn er niet, maar naar schatting is 60 tot 70 procent van de PW-studenten die kiezen voor de richting kinderopvang op mbo’s in de Randstad van buitenlandse komaf. De Volkskrant publiceerde hier afgelopen dinsdag een artikel over.
De te winnen markt
De wortels van deze studentes (het zijn bijna altijd vrouwen) liggen vaak in Marokko, Turkije, Suriname, Pakistan, Polen of Ghana. Betsy van de Grift, voormalig directeur van Partou Kinderopvang bv reageert in de krant op de vraag hoe het kan dat juist allochtone meiden zo graag in de kinderopvang willen werken. ‘Tien jaar geleden kampte de kinderopvang met een enorm personeelstekort. Allochtone meisjes waren toen de te winnen markt. Een ander argument die Van der Grift noemt is dat islamitische meisjes, voor wie buitenshuis werken niet altijd vanzelfsprekend is, met een beroep in de kinderopvang thuis kunnen komen. ‘Het is een volkomen geaccepteerd beroep dat dichtbij het traditionele vrouwbeeld staat.’
Echte sterren
Verderop in het artikel komt Maarten Bonarius aan het woord, onderwijsmanager bij het ROC Mondriaan uit Den Haag. Hij herkent de succesverhalen: ‘Er zitten echt sterren tussen’. Hij refereert aan een studente die de school betrad met een grote taalachterstand en nu op niveau vier met goede resultaten afstudeert. ‘Dat soort meisjes zijn gewild als stagiaire. Ze werken hard. Vaak blijven ze na hun stage bij hun opdrachtgever plakken.’
Taalniveau
Tegelijk zijn er ook zorgen over het niveau van taalachterstand van de gemiddelde pm’er. Het onderzoek van hoogleraar Folkert Kuiken hierover was niet positief: de helft van de pm’ers kampt met een aanzienlijke taalachterstand. Bonarius: ‘Vorig jaar zijn de exameneisen op niveau drie aangescherpt, toen merkten we opnieuw hoezeer taal een struikelblok is.’
