Nieuwenhuis keek naar het overheidsbeleid van alle landen, zoals de duur van het zwangerschapsverlof en de kinderbijslag. Ook analyseerde hij de kenmerken van 700.000 huishoudens. Zijn er kinderen, wat is het opleidingsniveau en is er sprake van een één- of tweeoudergezin?
Stimulerend overheidsbeleid
Uit deze analyse blijkt dat financiële ondersteuning van gezinnen, zoals de kinderbijslag, leidt tot een lagere arbeidsparticipatie van moeders. Overheidsbeleid, gericht op het combineren van werk en gezin (zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof en doorbetaling van loon tijdens verlof), leidt wel tot actievere moeders op de arbeidsmarkt. Ook de kinderopvangtoeslag is een voorbeeld van een stimulerende financiële ondersteuning. Een uitzondering wordt gevormd door landen die een zeer lang verlof voor ouders kennen. Daar is het risico groter dat moeders na hun verlof de arbeidsmarkt verlaten.
Hoogopgeleide moeders
Nieuwenhuis noemt de toename in het verschil tussen gezinnen, de ‘moeder-werk discrepantie’. Kinderbijslag blijkt een overheidsmiddel te zijn dat de discrepantie tussen moeders en vrouwen zonder kinderen alleen maar vergroot. Bij hoger opgeleide vrouwen is dit verschil groter dan bij lager opgeleide vrouwen. Een andere opvallende conclusie uit het onderzoek is dat overheidsbeleid, gericht op het combineren van werk en gezin, effectiever blijkt te zijn bij hoogopgeleide moeders. Zij gaan verhoudingsgewijs nog vaker werken dan lager opgeleide moeders.
Promotie
Nieuwenhuis promoveert 10 januari met zijn onderzoek. Er vindt dat ook een symposium plaats ‘Changing Families and policy Innovations’ op de campus van de Universiteit Twente.
Het lijkt mij sterk dat een bedrag van rond de 75,= per maand moeders de ruimte geven om niet te gaan werken. Ik weet niet wat jullie maandelijkse lasten en inkomsten zijn maar deze 75,= hebben voor mij geen ruimte gegeven om (als aleenstaande moeder) of te stoppen met mijn werk, of minder te gaan werken.