Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

IKC: samen voor een brede ontwikkeling

Brede school Noorderbreedte in Diemen geeft de doorgaande lijn tussen peuterspeelzaal en kleuterklas steeds beter vorm. Een portret van een IKC in wording, over mogelijkheden en moeilijkheden.
'Onderzoek: twee derde van de schoolleiders verwacht dat de school van de toekomst een integraal kindcentrum
'Onderzoek: twee derde van de schoolleiders verwacht dat de school van de toekomst een integraal kindcentrum

‘Geef kinderen de ruimte’ heet het actieplan van de PO-Raad, de Brancheorganisatie Kinderopvang en de MOgroep: een actielijstje met tien punten om kinderen een goede start te geven. ‘We benaderen het kind vanuit instituties, wet- en regelgeving. We willen dat veranderen, maar lopen tegen de grenzen van die regels aan’, zei Rinda den Besten, voorzitter van de PO-Raad bij de presentatie. Ze pleit voor meer experimenteerruimte. Volgens Peter van Lieshout, hoogleraar Maatschappijwetenschappen aan de Universiteit Utrecht en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, moet er nu juist een volgende stap gezet worden. ‘Geëxperimenteerd is en wordt er al.’

Veel belangstelling

Geëxperimenteerd wordt er bijvoorbeeld volop in de nieuwe brede school Noorderbreedte in Diemen; sinds augustus in bedrijf. En daar is veel belangstelling voor: van onderwijs, kinderopvang en welzijn. Uit onderzoek van de Algemene Vereniging van Schoolleiders (AVS) bleek dat twee derde van de schoolleiders verwacht dat de school van de toekomst een integraal kindcentrum, een IKC zal zijn.
Noorderbreedte noemt zich officieel geen IKC, maar komt al aardig in de buurt, zegt directeur Frans Verstraten. Job van Velsen van het Landelijk Steunpunt Brede Scholen neemt er regelmatig geïnteresseerden mee naartoe, omdat hij vindt dat Noorderbreedte aantoont dat je vanuit een bestaande situatie grote stappen kunt maken.

Heel veel kinderen

Op het moment dat Management Kinderopvang gaat kijken, zijn er alleen kinderen en ouders. Heel veel kinderen en ouders. Het is woensdagmiddag twee uur en de school gaat uit. Om de zeshonderd leerlingen een beetje ordentelijk naar buiten te laten gaan, mogen de kinderen per unit (groepje klassen) vertrekken. Vandaar dat je allemaal kinderen van dezelfde lengte ziet lopen. Buiten worden ze opgewacht door hun ouders. Op woensdag gaan nog steeds de meeste kinderen naar huis, ook al werkt Noorderbreedte met een vijf-gelijke-dagenmodel. Dat wil zeggen dat de kinderen op alle dagen om twee uur uit zijn. Het duurt echter nog even voordat de werkschema’s van ouders daarop zijn aangepast. Dat betekent dat het rustig is bij de naschoolse opvang en de naschoolse activiteiten die iedere middag worden georganiseerd.

Naschoolse activiteiten

In Noorderbreedte zitten twee basisscholen, van twee denominaties (en twee schoolbesturen: openbaar en oecumenisch), een peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang. Een andere kinderopvangorganisatie, Kinderkorf, heeft een vestiging pal naast Noorderbreedte. Iedere middag zijn er bovendien naschoolse activiteiten, van circus tot yoga, van Spaans tot koken. Dat gebeurt onder verantwoordelijkheid van directeur Verstraten. Hij is sinds twee jaar directeur van beide scholen, dus al voor de nieuwbouw. Voorheen zaten de scholen op verschillende locaties, nu in een gebouw. Sterker nog, de kinderen van de verschillende scholen zitten bij elkaar in een unit. Een unit van groep 4 en 5 bijvoorbeeld bestaat uit vier groepen van zowel basisschool De Duif als van ’t Palet. De lokalen zijn gegroepeerd rond een speel-leerplein. Na een klassikaal begin van de dag verzamelen de Duif- en Paletkinderen zich daar. Daar ontmoeten ze elkaar en daar trekken ze samen op. Dat doen ook de kinderen van de peuterspeelzaal, onderdeel van Stichting Welzijn Diemen, en de kleuterklassen. De naschoolse activiteiten, waarvan in totaal 250 kinderen gebruikmaken, verspreiden zich door het hele gebouw, en de bso (voor en na school met 80 kinderen) is gevestigd in een paar units.

Unitniveau

Frans Verstraten vormt samen met de manager bso, van organisatie KMN Kind & Co, en de manager peuterspeelzaal het managementteam. De laatste twee werken vanuit hun eigen organisatie. De dagelijkse gang van zaken wordt dan ook niet op managementniveau, maar op unitniveau geregeld. Ongeveer zes mensen per unit zijn verantwoordelijk voor zo’n honderd kinderen. De bso en de peuterspeelzaal vormen daarbinnen een vanzelfsprekend onderdeel. Dat betekent korte lijntjes. Iedereen kan elkaar gemakkelijk aanspreken. De overgang van school naar bso wordt gemakkelijk overbrugd.
Ook hier geldt wel weer dat er behoorlijk wat overleg is. Niet altijd gemakkelijk, beaamt Verstraten desgevraagd, omdat de bso en de peuterspeelzaal weinig financiële ruimte hebben voor taakuren. ‘Het invoeren van een kindvolgsysteem, waarmee de kleuterklassen en de peuterspeelzalen druk zijn geweest, doen pedagogisch medewerkers dan ook in hun vrije tijd. Terwijl leerkrachten daar taakuren voor hebben.’

Peuters en kleuters

Alice Jansen van EtuConsult begeleidt de samenwerking tussen peuters en kleuters. Ze vindt het boeiend om mee te maken hoe twee totaal verschillende scholen en twee verschillende werksoorten gaan samenwerken. Willen ze naar elkaar toegroeien dan moet er stevig geïnvesteerd worden in de basis, vindt ze. De schoolbesturen doen dat, onder meer door EtuConsult een jaar lang voor gemiddeld drie uur in de week in te schakelen. Jansen houdt zich bezig met het helpen vormgeven van de doorgaande lijn voor het jonge kind. ‘We gaan op de inhoud zitten. Wat hebben kinderen aan ondersteuning nodig? Daarvoor is nu hetzelfde kindvolgsysteem geïmplementeerd. Vervolgens zijn we aan het kijken naar een gezamenlijk aanbod. Zo bepalen pedagogisch medewerkers van de peuterspeelzaal en de leerkrachten gezamenlijk de thema’s en naar aanleiding daarvan stellen ze doelen op voor alle ontwikkelingsgebieden. Bijvoorbeeld welke woorden moeten de jonge kinderen kennen, welke de oudere? Ze denken samen na over hoe het spel te verrijken om dat doel te bereiken? Welke interventies zijn nodig? Hoe activeren we de kinderen?’
Voor Alice Jansen is de volgende stap om dit totaalaanbod echt goed in de vingers te krijgen. ‘Het vraagt namelijk veel van het samenwerkend vermogen van medewerkers, van het inlevingsvermogen. Mensen zijn gewend aan een manier van werken. Gedragsverandering kost tijd. Bovendien zijn leerkrachten niet opgeleid voor het werken met kinderen onder de vier jaar en pedagogisch medewerkers niet voor de oudere kinderen.’

Overdracht

Voordeel van de samenwerking binnen Noorderbreedte is dat er geen overdrachtformulier of warme overdracht meer nodig is. Zo’n warme overdracht is wel nodig tussen school en de buren: kinderopvangorganisatie Kinderkorf. Gemeente Diemen en de schoolbesturen hadden graag gezien dat de Kinderkorf deel was gaan uitmaken van Noorderbreedte. Directeur René Wardenaar van de Kinderkorf was daar geen voorstander van. Hij vindt dat kinderopvang te wezenlijk anders is om ondergebracht te worden onder de vleugels van het onderwijs. ‘Wij zitten vlak naast de Noorderbreedte. Intensieve samenwerking is prima. Dat gebeurt ook. Afstemming van het programma: ben ik voor. Maar wel met respect voor ieders expertise, met begrip voor het feit dat wij echt wat anders doen. Waarom moet alles onder één dak? Het is alsof je in een winkelcentrum geen afzonderlijke slager, met zijn eigen expertise, meer mag hebben, maar dat alles verplicht in een supermarkt ondergebracht moet worden.’ Wardenaar is benieuwd wat de toekomst zal brengen en welke weg de gemeente zal kiezen als het om harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk gaat. Zijn organisatie is er in ieder geval klaar voor.

Forse stappen

Verstraten wil in de toekomst graag nog een aantal forse stappen zetten. Zoals een ontwikkelvolgmodel van 0 tot 13 jaar. ‘Wij werken samen aan de brede ontwikkeling van kinderen, zodat zij zich zoveel mogelijk en optimaal mogelijk kunnen ontplooien. En zodat alle talenten aan bod komen. Niet alleen op cognitief gebied. Dat is wat alle organisaties bindt.’ Hij vindt het jammer dat in Nederland alles zo overgereguleerd is. ‘Nu helpen bso-mensen wel eens met het organiseren van naschoolse activiteiten, waar trouwens ook de bso-kinderen tegen een gereduceerd tarief gebruik van maken. Maar niet structureel. Ze hebben geen dubbele benoeming. En dan krijg je dat de maximale groepsgrootte bij naschoolse activiteiten weer anders is dan op de bso. Als bso-leidsters daar verantwoordelijkheid zouden dragen, wordt het nog ingewikkelder.’
Graag zou Verstraten bso-medewerkers of peuterspeelzaalleidsters als klassenassistent inzetten. ‘Zeker in het kader van passend onderwijs hebben we grote behoefte aan extra ondersteuning. We hebben geen blinde leerlingen, maar verder, denk ik, alle mogelijke arrangementen. Maar ook ons budget is beperkt. Los van de ingewikkelde procedures.’
Het zou helpen als de overheid oplossingen aandraagt voor de problemen op het gebied van btw, cao’s en taakuren. Job van Velsen van het Landelijk Steunpunt Brede Scholen is het eens met de oproep van de brancheorganisaties. ‘Maar als steunpunt zeggen wij ook dat je op de werkvloer heel, heel ver kunt komen. Een IKC is meer dan een btw-kwestie, een cao-belemmering of taakurending. Zet wat gebeuren moet op een rij, kijk met elkaar wie dat het beste kan doen, en bespreek, ook op bestuurlijk niveau, of en uit welke middelen deze taken bekostigd moeten worden.’

Visie

Wat dan niet vergeten moet worden, volgens Van Velsen, is een gedragen visie. Waarom willen we een IKC? En met wie willen we een IKC? ‘In mijn ogen gaat het er bij een IKC om kinderen en hun ouders een rijke leer- en ontwikkelomgeving te bieden, een plek waar je uitgedaagd of geholpen wordt. Een ‘scola’ in de oorspronkelijke zin van het woord: liefhebberij, studie, vrije tijdsbesteding. Dan moeten allereerst de doelen helder zijn, vanuit een visie en met gebruik van data en feiten. Om te voorkomen dat je verzandt in oeverloze overleggen waarvan je kunt afvragen wat de meerwaarde voor kinderen is.’

 

In het IKC, het integraal kindercentrum, brengen ouders ’s morgens hun kind naar de voorschoolse opvang, vervolgens loopt het door naar de klas in hetzelfde gebouw en aan het eind van de dag kan je je kind weer netjes ophalen op dezelfde plek. Dat klinkt geweldig! Geen gesleep meer met kinderen. Maar wat is de andere kant van het verhaal? Lees meer>>

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.