Dit werd duidelijk na de regionale informatiebijeenkomsten van Sociaal Werk Nederland. Er kwamen niet alleen peuterspeelzaal- en kinderopvanghouders op af, maar ook gemeenteambtenaren. Namens Bureau Buitenhek sprak Angelique de Leeuw de zaal toe over de laatste ontwikkelingen en in keuzeworkshops kwamen best practices aan bod en was er o.a. aandacht voor ouders en harmonisatie.
Drie scenario’s
Bureau Buitenhek legde de zaal drie mogelijke scenario’s voor van harmonisatie waar gemeenten voor kunnen kiezen. Dordrecht houdt bijvoorbeeld de peuterspeelzaalvoorzieningen en kinderopvangorganisaties gescheiden. Bijna alle peuterspeelzalen zijn gehuisvest in basisscholen en het bereik is hoog. De gemeente en de peuterspeelzalen voldoen inmiddels aan alle harmonisatie-eisen. Een ander scenario is om peuterspeelzaalwerk volledig onder te brengen bij de kinderopvang. Dit gebeurt o.a. in Almere en Enschede waar het verschil tussen kinderopvang en peuterspeelzaalwerk niet meer bestaat. Een laatste variant is de subsidie die het kind volgt, zoals in Nijmegen gebeurt. Daar subsidieert de gemeente de aanbieder die door de ouders wordt ingeschakeld, peuterspeelzaal of kinderdagverblijf.
Kwaliteitseisen
Vanaf 2018 moeten alle peuterspeelzalen geharmoniseerd zijn. Dit betekent dat er geen locaties meer bestaan die met vrijwilligers op de groep werken. Volgens Buitenhek bestaan er nog flink wat van deze peuterspeelzalen op ambitieniveau 1. Zij hebben nog ruim een jaar om alle vrijwilligers te vervangen voor betaalde en professionele krachten. De kwaliteitseisen voor peuterspeelzalen komt geheel in lijn te liggen met de kinderopvang. Dat heeft o.a. consequenties voor het vierogenprincipe en nieuw is ook de eis voor het samenstellen van een oudercommissie. Het belangrijke gevolg van de harmonisatie is dat ouders die nu nog geen gebruik maken van kinderopvangtoeslag terwijl ze daar wel recht op hebben, vanaf 2018 verplicht van deze regeling gebruik kunnen maken. De 60 miljoen euro die minister Asscher gemeenten beloofde, is alleen bestemd voor kostwinnersgezinnen.
Sociaal Werk Nederland (voorheen MOgroep) helpt peuterspeelzaalorganisaties in de voorbereiding op de nieuwe eisen in de wet Kinderopvang. Lees meer
Verschillen tussen gemeenten
De verschillen tussen gemeenten zijn enorm groot, zo werd duidelijk tijdens de regiobijeenkomsten over harmonisatie. In veel gemeenten zijn kinderopvang- en peuterspeelzaalorganisaties al begonnen met samenwerken, terwijl de gemeenten nog geen richting heeft bepaald. Veel gemeenteambtenaren lopen vast in de keuzes die er voor ze liggen. Behalve de scenario’s is dit het bepalen van een nieuw gemeentelijk peuterspeelzaaltarief.
Lage inkomensgroepen
‘Het is al met al een rekenkundige exercitie’, vertelde Angelique De Leeuw van Bureau Buitenhek tijdens de regiobijeenkomst in Amsterdam. Zij raadt gemeenten aan om zo snel mogelijk een goed beeld te krijgen van wie er nu klanten van de peuterspeelzalen zijn. Zijn dit vooral de lage inkomensgroepen, pas dan het uurtarief daar ook op aan. Als je juist veel hoge inkomens trekt met peuterspeelzaalwerk (en dat gebeurt nog meer dan je zou denken), kan het uurtarief misschien wel wat hoger zodat de exploitatie van het huidige aanbod kostendekkend blijft.
Nieuwe cao
Daarover maken ook veel peuterspeelzaalhouders zich zorgen. Zij moeten bij ambitieniveau 1 investeren in een tweede professional op de groep. Hoe moeten zij dit bekostigen? Verder is de verwachting dat pm’ers van peuterspeelzalen bijgeschoold moeten worden, vooral op het gebied van taal, om aan de kwaliteitseisen te voldoen. En dan is er nog onduidelijkheid over een eventuele cao-wisseling. Peuterspeelzalen zijn niet verplicht om met de cao Kinderopvang te gaan werken, maar door te kiezen voor de cao Welzijn blijft er sprake van versnippering. Veranderen van cao heeft echter wel consequenties. Zo heeft de kinderopvang geen eindejaarsuitkering en de cao Welzijn wel. De doorgroeimogelijkheden in salaris zijn in de cao Welzijn ook gunstiger dan in de cao Kinderopvang.
Verdeling OAB-middelen
Dat de Tweede Kamer de Harmonisatiewet nog niet officieel heeft aangenomen, maakt de situatie er ook niet duidelijker op. Al staat dit wel op de planning voor dit najaar. Dan is er nog onduidelijkheid over een andere verdeling van OAB-middelen, (Onderwijs Achterstanden Beleid). Staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker wil dit vanaf 2018 anders gaan verdelen over grote en kleine gemeenten. Dat heeft direct gevolgen voor de VVE-gelden die gemeenten te besteden hebben. Hoe de verdeling er in 2018 exact uit gaan zien, is nog niet bekend. Dit maakt de onzekerheid er voor gemeenten alleen maar groter op.
Communicatie ouders
Angelique de Leeuw van Bureau Buitenhek raadt gemeenten dus aan om een goed beeld te krijgen van wie de huidige gebruikers van peuterspeelzaalwerk in de gemeente zijn. In sommige gemeenten worden peuterspeelzalen nu nog bezet door ouders met hogere inkomens, in andere gemeenten is peuterspeelzaal bijna gratis omdat er alleen lage inkomens gebruik van maken. De Leeuw zegt ook dat het belangrijk is om voldoende tijd te nemen voor de implementatie en ook de communicatie naar ouders zorgvuldig aan te pakken.
Inspiratie opdoen? Vanaf 2015 bestaat er in Almere geen peuterspeelzaalwerk en zijn alle peuters, ongeacht het gezin waarin zij opgroeien, gegarandeerd van een (betaalbaar) plekje in een peutergroep. Lees hoe zij dit realiseren