Tijdens het kinderopvangcongres, georganiseerd door de gemeente Amsterdam, hebben de NVTK, bdKO en Brancheorganisatie Kinderopvang de nieuwe governancecode gepresenteerd. De Amsterdamse zedenzaak en de adviezen van commissie Gunning hebben geleid tot een aangescherpte opvatting over wat goed bestuur van kinderopvang is.

Verplicht 
De Governancecode zal op 23 november besproken worden tijdens de Ledenvergadering van de Brancheorganisatie Kinderopvang. Als deze wordt aangenomen, zal de gedragscode verplicht worden opgelegd aan de leden van de Brancheorganisatie. Voorzitter Mariëlle Rompa: ‘Als een lid zich dan niet aan die code houdt, zullen daar consequenties aan worden verbonden.’ Martin Flier, directeur Kinderopvang van het ministerie van SZW, vertelde tijdens het congres dat minister Kamp zal overwegen om de governancecode landelijk verplicht te stellen, wanneer deze door de leden van de Branchevereniging wordt aangenomen. 

Verbeteren
Cor van Montfort, voorzitter van de commissie Governance code, vertelde welke zaken helpen om de kwaliteit te verbeteren, in de code zijn opgenomen. ‘Het helpt om vreemde ogen te organiseren in het kindercentrum. Het kan gaan om ouders, collega’s of toezicht en inspectie, die kritisch kijken naar de gang van zaken in een kindercentrum. Verder horen ouders een grotere invloed krijgen op de kwaliteit van het kindercentrum. Minister Kamp heeft hiertoe al maatregelen genomen. De sector zal ook komen met een oplossing voor het ‘vier-ogenprincipe’. En wat ook helpt is als de sector een meer zelfreinigend vermogen krijgt. Dat kan bijvoorbeeld door systeem van accreditatie of certificering, maar ook door de openbaarheid van kwaliteitsgegevens.’

Een probleem is nog wel hoe het naleven van de Governancecode georganiseerd kan worden. De NVTK (de Vereniging van Toezichthouders in de kinderopvang) is bezig met het uitwerken van een plan voor een visitatiecommissie. Een andere optie is controle door de GGD, maar daar lijkt veel tegenstand tegen te zijn.

Zes-stappenplan  
Marielle Rompa vertelde tijdens de conferentie dat men zich realiseerde dat voor het kleine kinderopvangorganisaties lastig is om de Governancecode te implementeren. Een Raad van Toezicht op te richten voor een eenpitter, is niet echt haalbaar. Daarvoor presenteerde ze in een workshop een zes-stappenplan, speciaal voor de kleine organisaties. Met dit plan kunnen ook de kleintjes aan de slag met het verbeteren van de kwaliteit. Overigens wordt ook in de Governancecode onderscheid gemaakt tussen kleine en grote organisaties.  

Het zes-stappenplan omvat de volgende onderdelen: visie (wat ga ik doen en hoe doe ik dat?); het organiseren van tegenspraak (vraag om kritiek); kwaliteit bevorderen; integriteit (doen wat je belooft), transparantie (verantwoording afleggen) en risicobeheersing (veiligheid en continuiteit).