Het Amsterdamse kinderdagverblijf Vlinderheuvel (voorheen ’t Hofnarretje) heeft de zaken nog altijd niet op orde nadat de omvangrijke zedenzaak met hoofdverdachte Robert M. eind vorig jaar aan het licht kwam. Uit rapporten van de GGD over een aantal vestigingen van de opvang blijkt dat medewerkers onvoldoende weten wat ze moeten doen als sprake is van kindermishandeling of -misbruik.

Ernstige inschattingsfout
Ook weken de bezochte vestigingen af van het zogeheten ‘vier-ogenprincipe’, dat voorschrijft dat er altijd twee personen op een groep kinderen moeten staan. Tussen 8.30 uur en 9.30 uur was echter sprake van slechts één medewerker. Gezien de dramatische gebeurtenissen rondom de zedenzaak, meent de GGD dat medewerkers van Vlinderheuvel ‘uitzonderlijk goed’ ondersteund en geïnstrueerd moeten zijn als het gaat om de handelwijze bij kindermishandeling. Dit draagt bij aan de werkwijze voor de toekomst, maar ook bij het verwerken van wat er zich heeft afgespeeld. ‘Het duidt op een ernstige inschattingsfout van de beleidsverantwoordelijke dat nu blijkt dat de basis voor adequaat beleid op dit gebied zelfs niet aanwezig is.’

Onaangekondigde inspectie
De GGD bracht op 23 juni onaangekondigde bezoeken aan de kinderdagverblijven. Ze heeft inmiddels melding van haar bevindingen gedaan bij de gemeente, die verantwoordelijk is voor handhaving. Vlinderheuvel liet in een reactie op het rapport weten dat het huidige protocol kindermishandeling zal worden herschreven en de tekortkomingen worden aangepakt. De commissie-Gunning, die onderzoek deed naar de zedenzaak, uitte eerder al flinke kritiek op de toenmalige directeur van het kinderdagverblijf, Albert Drent. Die zou niet adequaat hebben gereageerd op meldingen van misbruiksignalen.

Bron: ANP