Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Doelgroepkind is in iedere gemeente weer anders

Een peuter kan in de ene gemeente een doelgroep-peuter zijn en recht hebben op een VVE-plek in de kinderopvang of peuterspeelzaal en in de buurtgemeente niet. Dat leidt tot verwarring. Wie is de doelgroep-peuter voor wie jaarlijks 360 miljoen euro wordt vrijgemaakt?
Door het uitbreiden van de criteria gebeurt het in veel gemeenten dat VVE-geld gebruikt wordt voor kinderen die volgens de gewichtenregeling geen doelgroepkind is.
Door het uitbreiden van de criteria gebeurt het in veel gemeenten dat VVE-geld gebruikt wordt voor kinderen die volgens de gewichtenregeling geen doelgroepkind is. - Foto: ANP

Gemeenten zijn vrij om de doelgroep voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) te bepalen. De basis hiervan is de gewichtenregeling. Die wordt gebaseerd op het opleidingsniveau van de ouders van een kind. Heeft één van de ouders twee jaar of langer een in het voorgezet onderwijs of beroepsonderwijs gevolgd op het niveau vmbo gemengde of theoretische leerweg of hoger? Zo ja, dan is hij geen doelgroep-peuter. Zo nee, dan komt hij wél in aanmerking voor een gesubsidieerde VVE-plek.

Gewichtenregeling

De meeste gemeenten hanteren meer criteria voor het vaststellen van een doelgroepkind, Amsterdam bijvoorbeeld. De taal die thuis wordt gesproken, of er een taalachterstand is geconstateerd op het consultatiebureau of een sociaal-emotionele achterstand. Feit is dat veel gemeenten worstelen met de vraag voor welke kinderen VVE bedoeld is. Er is immers geen een-op-eenrelatie tussen “gewicht” en taalachterstand. Door het uitbreiden van de criteria gebeurt het in veel gemeenten dat VVE-geld gebruikt wordt voor kinderen die volgens de gewichtenregeling geen doelgroepkind is.

Niet-doelgroepkinderen

Bij grote gemeenten speelt mee dat zij zoveel VVE-geld te besteden hebben (Rotterdam en Amsterdam ontvangen 30 procent van het totale VVE-budget), dat niet alle VVE-plekken worden benut. Dat maakt het indiceren van een doelgroep-kind nog gemakkelijker. Uit een onderzoek van Binnenlands Bestuur bleek dat in Amsterdam 40 procent van de VVE-plekken wordt ingevuld door niet-doelgroepkinderen. In Utrecht is dit 21 procent.

De 360 miljoen euro aan VVE-gelden worden vooral besteed in de grotere gemeenten. Dat leidt tot scheefgroei. Lees meer >>

Lichte VVE-variant

Onderzoekers van de Radboud Universiteit (ITS) constateerden in hun onderzoek VVE-doelgroepkinderen in de voorschoolse fase ook al dat er totaal geen sprake is van overeenstemming in de vaststelling van het doelgroepkind. Geert Driessen, Annemiek Veen en Maartje van Daalen pleitten daarom voor een licht VVE-programma op alle groepen, zodat er geen onderscheid meer is in VVE-groepen en reguliere groepen. ‘Er kan dan worden gewerkt met een iets lichtere VVE-variant voor alle kinderen of in een gemengde groep. Deze aanpak werkt tegen segregatie. Bovendien kunnen zwakkere leerlingen van hun sterkere leeftijdsgenootjes leren.’

Rotterdam heeft ervoor gekozen om alle peuters vanaf hun tweede levensjaar naar school te sturen. Tot hun vierde jaar worden ze dan spelenderwijs klaargestoomd voor de basisschool in groep 0. Op die manier moeten kinderen beter aansluiting vinden in het basisonderwijs en wil onderwijswethouder Hugo de Jonge achterstanden in het onderwijs voorkomen. Lees meer >>

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.