Begin 2013 werkten er 89.000 mensen in de kinderopvang. De verwachting is, dat hier eind 2013 nog 78.000 van over zijn. Ten opzichte van 2012 is dit een daling van twintig procent. Het is dan ook het derde opeenvolgende jaar dat de animo voor kinderopvang afneemt.
Bezuinigingen
De oorzaken zijn bekend. De regering besloot te bezuinigen op de kinderopvangtoeslag, vooral voor hogere inkomens. De koppeling van de toeslag aan het aantal uren van de minst werkende ouder leidt ook tot een afname van het gebruik. Verder hebben ouders in deze crisistijd zelf ook te maken met baanverlies. Het gevolg is een grote vraaguitval in de sector. Ouders zoeken naar alternatieve opvang, vooral bij familie en vrienden.
Moeders
Een woordvoerder van Brancheorganisatie Kinderopvang zegt in Metro dat vooral moeders geneigd zijn om thuis te blijven. ‘Zij vragen zich steeds vaker af of arbeidsparticipatie nog loont ten opzichte van de kosten die ze aan opvang kwijt zijn.’ BOinK, de belangenvereniging van ouders, vraagt zich af of de kwaliteit in de kinderopvang gewaarborgd blijft door alle bezuinigingen.