Negenhonderd kinderen uit achterstandswijken tussen de 10 en 13 jaar volgen aanvullend onderwijs op de weekendschool. Iedere zondag krijgen ze gratis een gastles aangeboden over een beroep. Ter ere van het vijftienjarige bestaan van de weekendschool, stond afgelopen zondag minister van Onderwijs Jet Bussemaker voor de klas.

De weekendschool heeft negen vestigingen door heel Nederland. Kinderen beginnen aan de school als ze tien jaar oud zijn en gaan weg als ze dertien jaar zijn. Initiatiefneemster Heleen Terwijnen zei in 1998 vooral geïnspireerd te zijn door de nieuwsgierigheid van kinderen van tien jaar en hun ambitie om naar de wereld te kijken. Op hun dertiende is die motivatie tot een dieptepunt gedaald. ‘We laten ze daarom de wereld zien door de ogen van vakmensen. Zo leren ze zichzelf en de wereld kennen en blijven ze gemotiveerd.’

Sterrenkunde
In vierweekse modules volgen de kinderen vakken met academische namen als geneeskunde, recht en sterrenkunde. Populair zijn de zogeheten AAA-vakken, over de wereld van artsen, advocaten en accountants. Beroepen die volgens Terwijn het meeste aanzien hebben.

Ambulancebroeders
De gastdocenten zijn lang niet allemaal academisch geschoold. ‘Bij geneeskunde geven artsen les, maar ook ambulancebroeders en kraamverzorgsters.’ Zo leren de kinderen dat ze ook met een laag schooldiploma in die branche aan het werk kunnen. ‘En uiteindelijk vinden de jongeren de vakken waar ze nog nooit van gehoord hadden, het leukst.’

Lang traject
Van de negenhonderd kinderen die beginnen aan de weekendschool, halen 750 de eindstreep. ‘Als ze op hun tiende beginnen, kunnen ze niet overzien dat het best lang en intensief is om drie jaar lang elke zondag naar school te gaan. Maar ze zijn dan nog razend enthousiast, dus dat proberen we vast te houden.’ Onbedoeld voordeel is, dat kinderen in achterstandswijken niet gehinderd worden door een agenda vol hockeytraining en pianoles. Daar is immers vaak geen geld voor, terwijl de weekendschool gratis is.

Ambities
De basis leggen om gemotiveerd in het leven te staan, is volgens Terwijn het belangrijkste doel van dit onderwijs. ‘En leren dat het normaal is om voor je ambitie uit te komen.’ Onder de oud-leerlingen bevinden zich opvallend veel ‘stapelaars’: vmbo’ers die na het behalen van hun diploma naar de havo gaan of via het mbo op het hbo belanden.

Op de foto geeft Prinses Maxima een les over micro-kredieten tijdens een werkbezoek aan een weekendschool in Den Haag.

Bron: ANP
ANP Photo, Ed Oudenaarden