Het ministerie van OCW hanteert sinds 2019 een nieuwe verdeling van achterstandsmiddelen voor doelgroeppeuters. Voor de verdeling van deze GOAB-middelen heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een model ontwikkeld dat de onderwijsscores per peuter berekent. Bij de verdeling wordt nu rekening gehouden met de individuele achterstandsscores per peuter.

Gevolg

Dat heeft als gevolg dat de GOAB-middelen niet per aantal peuters worden verdeeld, maar gemeenten met peuters met een groter risico op onderwijsachterstand ontvangen meer geld dan gemeenten met hetzelfde aantal doelgroeppeuters, met een kleiner risico op onderwijsachterstand.

‘Niet logisch’

Het meewegen van de achterstandsscores per peuter is niet logisch, stelt Angelique de Leeuw van Buitenhek in een analyse. De gemeente Aa en Hunze krijgt volgens de nieuwe herverdeling met 30 doelgroeppeuters een Rijksbijdrage van € 61.653, terwijl de gemeente Losser met hetzelfde aantal doelgroeppeuters vijf keer zoveel GOAB-middelen ontvangt: € 312.000. Maar in de praktijk is geen onderscheid te maken wat betreft het VVE-aanbod voor een peuter met een kleiner of groter risico op onderwijsachterstand, want voor alle doelgroeppeuters (2,5 tot 4 jaar) is vanaf 2020 960 uur VVE-aanbod per jaar verplicht.

Kostendekkend

Alle gemeenten zouden in ieder geval kostendekkend gefinancierd moeten worden voor de landelijk vastgestelde doelgroep en dat is nu voor een groot deel van de gemeenten niet het geval, stelt De Leeuw.

Oplossing

Om ‘deze misser’, een voorstel van minister Arie Slob, recht te trekken, zijn er twee oplossingsrichtingen. ‘De meest voor de hand liggende oplossing is dat de verdeling wordt herzien en alsnog wordt gebaseerd op het aantal peuters van de landelijke doelgroep. Een alternatieve oplossingsrichting is dat de Minister afstapt van het standaard minimumaanbod van 960 uur en gemeenten meer ruimte geeft voor maatwerk om de omvang van het VVE-aanbod af te stemmen op de achterstandsrisico’s. Gelet op de planning die nog rest tot 2020 is het onwaarschijnlijk dat dit probleem voor die tijd wordt opgelost. En dat betekent dat de kans aanwezig is dat er ruimte gezocht moet worden in de tijd.’

Internetconsultatie

De uitbreiding van het VVE-aanbod naar 960 uur is nog niet wettelijk geregeld. Wel is er een voorstel voor wijziging van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie opgesteld, waarin de uitbreiding van het aanbod is vastgelegd. Voor dit wijzigingsbesluit loopt een internetconsultatie tot 22 maart, waarop gereageerd kan worden.

Bron: buitenhek.nl