Elly Singer speelde een hoofdrol bij pedagogisch onderzoek naar kinderen op het kinderdagverblijf. Deze onderzoeken deed ze namens de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Utrecht. Bekend is ze ook van het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar dat ze samen met Loes Kleerekoper schreef. Singer was daarnaast actief in vele commissies en sprak regelmatig op congressen over het effect van goede interacties tussen pedagogisch medewerkers en kinderen in de kinderopvang.

Mini-samenleving

Toen Elly Singer begon, stond de kinderopvang nog in de kinderschoenen in Nederland. In een interview in tijdschrift Management Kinderopvang zegt ze ‘het een voorrecht te vinden op zo’n onontgonnen terrein onderzoek te mogen doen’. In de Volkskrant noemt Singer de kinderopvang ‘een mini-samenleving’. De wereld van kinderen bestond voorheen uit mama, papa, boers en zussen. Nu kwamen daar betaalde professionals en leeftijdsgenoten bij. Wetenschappers vroegen zich af wat er zou gebeuren in zo’n groep. Singer bekeek voor haar onderzoeken duizenden beeldfragmenten van interacties in de kinderopvang.

Hoogleraar Kinderopvang

‘Het feit dat de omgang met baby’s, peuters en dreumesen in een kinderdagverblijf een andere benadering vroeg, drong in Nederland langzamer door dan in andere landen’, vertelt Singer in Management Kinderopvang. ‘Dat is ook te zien aan het feit dat wij maar één hoogleraar Kinderopvang hebben. In deeltijd. Dat is mooi, maar de meeste landen hebben meerdere hoogleraren en full-time.’

Fladdergedrag

Recentelijk onderzoek van Singer toont aan hoe groot de invloed is van pedagogisch medewerkers op het speelgedrag van kinderen. Kinderen in Nederlandse kinderdagverblijven bleken minder geconcentreerd te spelen dan kinderen in Scandinavische en Britse kinderdagverbijven. Singer noemt dit gedrag ‘fladdergedrag’: Vijf seconden op een bank springen, stoppen. Vijf seconden met een plastic dinosaurus spelen, stoppen. Enzovoort. Singer ontdekte dat het gedrag voortkwam uit onrustige pedagogisch medewerkers. Zij liepen niet alleen meer rond op de groep dan hun buitenlandse collega’s, maar besteedden ook minder fysieke aandacht aan kinderen.

Zitstrategie

Singer vindt dat het belang van fysieke nabijheid zwaar wordt onderschat. In de Volkskrant raadt ze pedagogisch medewerkers aan om rustig op de grond te gaan zitten. ‘Dat zorg direct voor rust. Kinderen weten waar je bent, dus ze komen wel naar je toe als ze daar behoefte aan hebben.’ De aanpak werkt. Dit jaar gaan acht grote kinderopvangorganisaties met de “zitstrategie van Singer” aan de slag.

In het oktobernummer van Management Kinderopvang staat een interview met Elly Singer
In tijdschrift Kinderopvang verschijnt vanaf oktober een serie over de belangrijkste onderzoeken van Elly Singer van de afgelopen veertig jaar. Sluit hier een (proef)abonnement op de bladen af.