Geelbal combineert denk- en voetenwerk. Er zijn drie uitdagingen:
> Op zo’n 8 meter afstand zet je 2 kegels neer, een blauwe en een gele. Om beurten mogen de kinderen met een gele bal op de kegels schieten. Het is de bedoeling dat het kind met de gele bal, de geelkleurige kegel omschopt. Vervolgens voeg je steeds meer blauwe kegels toe, zodat het lastiger wordt om alleen de gele te raken. Variant: zet 2 kegels neer, een blauwe en een gele en geef het kind een gele en een blauwe bal. De blauwe bal moet de blauwe kegel raken en de gele bal de gele kegel.
> Markeer twee goals op het plein met blauwe en gele tape. Het ene team draagt gele shirts, het andere blauwe. Gooi drie blauwe en drie gele ballen in het veld. De teams moeten zo snel mogelijk hun kleur in het juiste doel schieten.
> Voor de jongsten: een kind krijgt een rode, gele en blauwe bal en in de verte staan een rode, gele en blauwe emmer. Het kind dribbelt met de gele bal naar de gele emmer en doet vervolgens een rondje rood en blauw.