Goed voor de stimulering van motorische vaardigheden: ballen poepen. Aan de ene kant van de ruimte leg je een aantal ballen neer van verschillende grootte. Elke grootte betekent immers weer een andere uitdaging voor de spierbeheersing. Verdeel de groep in twee teams: blauw en geel. Elk team krijgt een zelfde aantal ballen. Een kind van het blauwe team en een kind van het gele team knellen een van de ballen tussen de benen. Vervolgens hopt, schuifelt en springt elk kind naar de overkant. Daar ‘poept’ het de bal uit. Wie de bal onderweg laat vallen, moet een paar stapjes terug doen. Zodra een bal aan de overkant is, mag een volgend kind van dat team gaan springen met een bal.