Samen één broek

Doe een hardloopwedstrijdje in een binnenruimte, waar het niet zo erg is als de kinderen struikelen. Zorg van tevoren voor een paar oudere, maar schone jeans van een volwassene en knip minimaal de helft van de pijpen af. Of in elk geval tot ‘kinderlengte’. Elk tweetal kinderen krijgt één broek. Ze gaan naast elkaar staan, het ene kind steekt zijn rechterbeen door de linkerpijp, het andere zijn linkerbeen door de rechterpijp. Ze houden ondertussen de broek omhoog met één hand. Ze zullen nu een techniek moeten bedenken om samen vooruit te hobbelen. Iedereen op de startlijn en laat het startschot maar knallen.

Verbonden armen

Zet twee grote plastic tonnen neer en verspreid over de ruimte tien gele en tien blauwe ballen in allerlei formaten. Twee kinderen worden naast elkaar gezet en de armen die elkaar raken worden met een breed lint of een doek (blauw of geel) met elkaar verbonden. Als het startschot klinkt rennen ze door de ruimte om hun gele of blauwe ballen op te pakken en in hun ton te doen.

Skilopen

Een klusje voor handige ouders: van mooie gladde latjes langlauf ski’s maken met daarop dubbele voetbanden. Elke lat krijgt dus twee voetbanden, ongeveer een halve meter uit elkaar. De kinderen zetten twee ski’s naast elkaar. Eén kind staat voorop met zijn voeten in de banden, één kind gebruikt de achterste banden van de ski’s. Nu is het de kunst om tegelijkertijd het rechter- of linkerbeen op te tillen om zo te kunnen lopen. Plan niet meteen een wedstrijdje, want dit is behoorlijk moeilijk. Maar oefening baart kunst.
Bokje springen

Al bokje springend een parcours afleggen vraagt om wat valpartijen, dus doe dit binnen. Verdeel de kinderen in teams van twee. Op de startlijn gaat één kind op handen en voeten zitten met het hoofd zo ver mogelijk omlaag tussen zijn armen. Die houding is belangrijk, anders belandt er zeker een keer een voet in een oog. Dus leg dit duidelijk uit, oefen en blijf het herhalen: hoofd diep omlaag tussen je armen. Het andere kind zet de handen op de rug van het gebukte kind en hopt over hem heen. Nu wisselen de rollen om. Zo gaat het door tot de kinderen aan de overkant zijn.
Kinderketting

Een leuk spel, waarbij alle kinderen samenwerken. Zet twee banken in de gymzaal op zo’n vijf meter van elkaar. De banken zijn de eilanden, ertussen is de zee. Iedereen staat op of achter de banken. Maak met elkaar een keten van kinderen, hand in hand om aan de overkant van het water te komen. Wie zijn hand los laat, verdrinkt in het water. Wie dat overkomt, blijft zwemmen in het water tot er nog iemand ‘verdrinkt’ en samen mag je weer een nieuwe ketting gaan vormen. Als iemand dichtbij het vertrekpunt al de ketting loslaat, verdrinkt de hele sliert in zee. Pas als je op het andere eiland bent, mag de ketting op de veilige vaste wal worden gehaald. Zet dan de banken verder uit elkaar. Kijk of je met zijn allen grote afstanden kunt overbruggen.