(1 tot 4 jaar) Wie hem past, trekt hem aan
Neem drie mutsen. Een babymuts, een kindermuts en een exemplaar voor volwassenen. Liefst in dezelfde look en kleur, dus bijvoorbeeld drie blauwe beanies. Laat een peuter nu de drie mutsen zien, terwijl je met een baby op schoot zit. De peuter mag kiezen wie welke muts krijgt: baby, jij als pedagogisch medewerker en de peuter zelf. Wie krijgt het piepkleine mutsje en wie de grote? En welke muts kiest de peuter voor zichzelf? Je kunt hetzelfde doen met drie schoenen of drie wanten.
(2 tot 4 jaar) Wat hoort er niet bij?
Spelmateriaal heb je hiervoor niet nodig, kijk gewoon om je heen. Zoek vier voorwerpen, waarvan er eentje echt niet bij hoort. Leg een appel, een komkommer, een wortel en een pet op tafel. Wat hoort er niet bij? Eentje kan je niet opeten. Begin overduidelijk zodat de kinderen snel begrijpen wat de bedoeling is. Maak het dan steeds iets moeilijker, zeker als je met oudere leeftijden werkt. Wanten, sjaal, muts, bikinihesje. Of pas het aan bij je thema ‘gezondheid’: appel, komkommer, banaan en snoepje of bij het thema ‘wielen’ is de keuze fiets, auto, bus en boot.
(4 tot 6 jaar) Wie is het langst?
Mensen hebben verschillende lengtes. Soms omdat ze nog groeien, zoals kinderen, maar ook gewoon omdat niet iedereen even lang is. Een leuke activiteit voor kinderen van 4 tot 6 jaar, vooral in een verticale groep: sorteren kan je leren. Kies drie kinderen van verschillende lengte en laat een kind hen op een rijtje zetten van klein naar groot. Laat het kind goed kijken en dan de juiste volgorde kiezen. Maak het steeds iets moeilijker met nog een kind erbij.
(2 tot 4 jaar) Wie leeft op grote voet?
Voor de jongere kinderen: houd handen en blote voeten tegen elkaar en kijk: wie heeft de grootste hand of voet? Is dat kind ook ouder? De kinderen ontdekken dat dit niet altijd het geval is. Het ene kind groeit sneller dan het andere. Vergelijk ook met jouw volwassen hand en voet. Een enorm verschil.
(2 tot 6 jaar) Opruimen is leerzaam
Natuurlijk leren kinderen van het opruimen aan het eind van een activiteit dat je dingen samen doet. Dat is goed voor de sociale vaardigheden. Maar opruimen leert je nog meer. Zet verschillende formaten dozen of kunststof opruimkratten neer en bekijk samen de rommel in de ruimte. Er liggen stukjes speelgoed van allerlei grootte, maar ook een fietsje dat eigenlijk in geen enkele opruimbox past. Combineer voordoen en zelf laten ontdekken. De grote stukken speelgoed passen niet in het kleine doosje, daar doe je de kleine autootjes bijvoorbeeld in. Wees niet streng, laat kinderen vooral zelf proberen en conclusies trekken.
Andere dagelijkse bezigheden waarbij kinderen kunnen helpen met sorteren: de vaatwasser uitruimen (bordjes opstapelen, vorken en lepels onderscheiden, plastic bekers in de kast zetten) of de was opruimen (stapeltjes maken van dezelfde grootte).
Meer activiteiten bekijken? Ga naar het Activiteitendossier >>
