Rad van Activiteiten

Kies de activiteit of het spel met behulp van een Rad van Activiteiten. Dus een Rad van Avontuur, maar dan met een aantal leuke activiteiten of spellen uitgezet op de rand van het rad. Het kan gaan om concreet benoemde activiteiten, maar je kunt het ook algemener houden met trefwoorden zoals ‘groen’, ‘water’ of ‘dans’. Elke dag mag een kind het rad een zwengel geven en is het een verrassing welke activiteit aan de beurt is. Je kunt hiervoor met een handige collega of ouder iets fraais bouwen met als basis een fietswiel op een as, maar je kunt ook heel simpel een ronde houten schijf met een grote spijker of bout/moeren als as op een houten achtergrond bevestigen.

Regenboog

Schaf zeven bakjes aan in de kleuren van de regenboog. In elk bakje doe je een briefje of plaatje van een activiteit of spel. In de kring bekijk je elkaar goed. Welke kleuren dragen de kinderen. Tel hoeveel rode shirts, broeken en sokken worden gedragen, hoeveel blauwe, et cetera. De kleur die op die dag het meest wordt gedragen, wordt gekozen als activiteit.

Voelen

Het is knutseltijd. Zet een aantal bakken met materialen neer. Eentje met allerlei houten plankjes, een met papier, kunststof, metaal of textiel, enzovoort. Blinddoek twee kinderen en laat hen de bakken met materialen voelen. Elk kind mag een bak kiezen. Vervolgens ga je knutselen met combinaties van deze twee soorten materialen. Stuur zo min mogelijk. Het voordeel van deze wijze van kiezen, is dat je bij de keuze de behoefte van het kind volgt.

Omgekeerd

Bespreek in de groep: als het warm en zonnig is, ga je lekker buitenspelen. Toch? En als het regent of hard waait, blijf je binnen. Niet vandaag. Houd een ‘alles omgekeerd’ dag. Het regent pijpenstelen? Dan ga je juist naar buiten. Trek die gedachte door naar de hele dag. Bijvoorbeeld tijdens de lunch. Doe de boterham in de beker en lik melk van een bordje. Probeer ook eens met de achterkant van de lepel te eten. En hoe past je schoen als je deze aan de verkeerde voet doet? Of je jas achterstevoren? Probeer je benen eens door de mouwen te steken. Laat de kinderen ontdekken en ervaren dat ‘omgekeerd’ niet altijd handig, maar wel grappig is.

Nummertje trekken

Je kunt een activiteit of spel ook kiezen door met nummers te werken. Laat de kinderen aan een bingo-carrousel draaien. Het nummer dat valt, correspondeert met een activiteit op de lijst. Leuker is natuurlijk als je een mooi bord maakt met alle nummers en een plaatje erbij. Dat plaatje kan een richtlijn geven (gras) of een concrete activiteit (voetballen op het gras). Je kunt ook met een grote dobbelsteen rollen voor een nummer. Of leg een groot kartonnen bord met plaatjes op de grond, waar één kind een balletje op mag rollen. Het plaatje waarop het balletje stil valt, is de activiteit van die dag.