Anders dan kindercentra, hebben peuterspeelzalen met verschillende ouderinkomsten te maken. Er komen zowel peuters met VVE-subsidie op de groep als peuters met kinderopvangtoeslag. Dat komt door de harmonisatie. Het maakt de financiering er nu al tamelijk onoverzichtelijk op. De MOgroep schetst vier categorieën peuters die momenteel ieder met een andere financiering de peuterspeelzaal bezoeken.
Inkomen ouders
De MOgroep lijkt geen tegenstander van een nieuw financieringssysteem. Senior adviseur peuterspeelzalen Ernst Radius schrijft: ‘De problematiek rondom het huidige systeem van toeslagen in de kinderopvang is bekend. Niet gebruik, verkeerd gebruik of misbruik liggen op de loer.’ Toch zijn er bij de MOgroep geen grote problemen bekend met het innen van ouderbijdragen door peuterspeelzalen. Ouders die werken betalen een inkomensafhankelijke bijdrage. Dit kunnen ouders nu nog zelf aangeven (oftewel op basis van goed vertrouwen). Met de nieuwe financiering zal dit veranderen. Dan wordt de ouderbijdrage gebaseerd op het (gezamenlijk) inkomen van twee jaar geleden.
Wat wil minister Asscher van Sociale Zaken precies met de nieuwe financiering van kinderopvangtoeslag? Lees het in dit artikel >>
Simpel systeem
De MOgroep doet een aantal aanbevelingen voor directe financiering. Voor peuterspeelzalen is het het belangrijkst dat het nieuwe systeem eenvoudig werkt voor ouders. Peuterspeelzalen werken vaker dan kinderdagverblijven met vaste uren per week en per jaar. Ouders nemen gemiddeld minder uren af (200 per jaar). Omdat peuters pas vanaf hun 2,5e soms 3e jaar naar de peuterspeelzaal gaan, is het van groot belang dat de nieuwe financiering de aanmeldprocedure niet vertraagt en dat het voor iedereen goed te begrijpen is.
Het ministerie van Sociale Zaken heeft alle belangenorganisaties, maar ook betrokken individuen, gevraagd om te reageren op het wetsvoorstel voor een nieuwe financiering van kinderopvangtoeslag. Reageren kan tot 12 maart >>
Regeldruk
Verder vraagt de MOgroep namens peuterspeelzalen dat de nieuwe financiering niet leidt tot nog meer regeldruk. Door de harmonisatie is de regeldruk al flink toegenomen. Ook mag er geen kostenverhogen effect zijn voor ouders, organisaties en gemeenten. Het is belangrijk dat gemeenten straks weten welke kinderen er vanaf 2019 (als de nieuwe financiering in moet gaan) wel en niet onder de toeslagregeling gaan vallen. Tot slot is persoonlijke ondersteuning vanuit DUO gewenst. Mocht er iets mis gaan met de betaling, dan hoeft dat de relatie tussen ouder en houder niet meteen te schaden, zo vindt de MOgroep.
Lees alle aanbevelingen van de MOgroep in hun brief: