Dit zegt de minister in een reactie op het onderzoek van PricewaterhouseCoopers (PwC) naar de kwaliteit en veiligheid in de kinderopvang, vijf jaar na de zedenzaak. PwC bekeek wat de kinderopvang gedaan heeft met de aanbevelingen van de Commissie Gunning die kort na de zedenzaak met de branche werden gedeeld. Minister Asscher reageert in een brief uitgebreid op dit onderzoek.
Aanspreekcultuur
De minister zegt blij te zijn met de algehele verbetering van veiligheid en kwaliteit in de kinderopvang, maar hij wil ook reageren op de verbeterpunen van PwC. Hij begint zijn brief met het benadrukken van het belang van een open aanspreekcultuur in de kinderopvang. Want hoewel iedereen in de branche dit graag wil realiseren, blijkt uit het PwC-onderzoek dat hier in de praktijk niet altijd iets van terecht is gekomen.
De veiligheid en kwaliteit van de kinderopvang is sinds de zedenzaak vijf jaar geleden verbeterd. Dit zeggen betrokkenen in een onderzoek van PricewaterhouseCoopers (PwC). Ondanks het positieve geluid, zijn er ook veel verbeterpunten. De onderzoekers formuleerden er maar liefst 78. Lees meer
Suggesties Asscher
Minister Asscher doet daarom vier suggesties om concreet aan verbetering van dit punt te werken, al zegt hij ook dat er al het één en ander in werking is gezet. Hij is van plan om deze punten binnenkort met de branche te gaan bespreken:
- In de gedragscode van de kinderopvang opnemen dat het belangrijk is dat medewerkers elkaar aanspreken. Hierin speelt het management een belangrijke rol door te zorgen voor een open en veilige cultuur en door zelf het goede voorbeeld te geven. Ook kunnen er trainingen over dit thema worden aangeboden.
- Het thema moet extra aandacht krijgen in de opleidingen: dus het geven en ontvangen van feedback. Het goede nieuws is dat dit onderdeel is opgenomen in het nieuwe curriculum voor de opleiding voor pm’ers.
- Kinderopvangorganisaties moeten ook in hun communicatie richting ouders het belang van feedback geven benadrukken.
- Tijdens stages komt er ook meer aandacht voor ‘zorgelijke situaties’. Opleidingsinstituten en ROC’s coachen scholieren niet alleen in feedback, maar vragen ook naar bijzonderheden op hun stage-adres.
Permanente educatie
Met de plannen voor permanente educatie in de kinderopvang, verwacht Asscher dat dit bij gaat dragen aan een goede beroepshouding. Het gaat hierbij volgens hem niet alleen om kennis, maar ook om vaardigheden en houding. Werkgevers en opleidingen moeten studenten en pm’ers de ruimte geven om goede ervaringen uit te wisselen. De minister wil graag met de branche in gesprek om te kijken water mogelijk is.
Vertrouwenspersoon
Bij een vermoeden van misbruik of mishandeling door een collega, kan sinds een aantal jaar een vertrouwenspersoon worden ingeschakeld. De vertrouwenspersoon beziet vervolgens samen met de werkgever of er ook aangifte moet worden gedaan. Deze vorm van meldplicht wordt als positief ervaren in de kinderopvang. En dat geldt ook voor de inzet van de vertrouwenspersoon. De meldcode kindermishandeling die moet worden geraadpleegd als er een vermoeden is van mishandeling of misbruik thuis, wordt ook positief ervaren, al zijn er nog genoeg aandachtspunten, blijkt uit het PwC-onderzoek.
Meldplicht en meldcode
Minister Asscher zegt deze aandachtspunten grotendeels te herkennen. Met name het herkennen en delen van signalen over kindermisbruik of mishandeling. Minister Asscher wil in samenwerking met GGD GHOR Nederland bezien welke inspanningen op dit punt specifiek behulpzaam zijn voor de kinderopvangsector. Asscher noemt regionale bijeenkomsten die nu al op sommige plekken in het land plaatsvinden. Deze worden georganiseerd met houders en gemeenten/toezichthouders. Tijdens de bijeenkomsten kunnen goede ervaringen worden gedeeld en wordt wederzijds begrip verhoogd. Minister Asscher gaat met de brancheorganisaties in gesprek over de wijze waarop de sector hier invulling aan denkt te geven.
