Het CBS noemt 2012 en 2013 de jaren waarin het zwaarst is bezuinigd op de kinderopvangtoeslag. ‘Waarom dan ook niet kijken naar de effecten van die bezuinigingen in 2014’, vragen onderzoekers van Bureau Buitenhek zich af. Deze cijfers zijn immers beschikbaar sinds minister Asscher ieder kwartaal cijfers van de arbeidsparticipatie van ouders naar de Tweede Kamer stuurt. De onderzoekers begrijpen ook niet waarom gekozen is voor het startpunt ‘2009’.

Werkende moeders

Volgens Buitenhek geeft het vergelijken van 2009 met 2013 een ‘vertekend beeld’.  In de tussenliggende jaren heeft de arbeidsparticipatie van bijvoorbeeld moeders met kinderen een piek bereikt en is die na 2012 weer gaan dalen. In 2012 werkte 71,5 procent van de moeders met jonge kinderen nog. In het vierde kwartaal van 2014 was dit nog 69,2 procent. Dat is een veel groter verschil dan wanneer je 2009 met 2013 vergelijkt. Daar is het verschil inderdaad maar 0,1 procentpunt.

Ouders met jonge kinderen zijn tussen 2005 tot en met 2013 niet minder gaan werken. Dit ondanks de flinke bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag. Dit meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek. Lees meer >>

Centraal Planbureau

Buitenhek bekeek ook subcategorieën, zoals de groep alleenstaande moeders. In de analyse van het CBS is 2,1 procent in deze groep minder gaan werken. In de vergelijking van Buitenhek nam de arbeidsparticipatie van deze groep met 8,1 procent af. Dat is een aanzienlijk verschil. Het Centraal Planbureau deed jaren geleden onderzoek naar het effect van investeringen in de kinderopvang. Dat onderzoek toonde wel een verband aan tussen betaalbare kinderopvang en de arbeidsparticipatie van vrouwen. De onderzoekers van Buitenhek vermoeden dat de oorzaak voor het verschil tussen het CBS en het CPB is dat ze een heel andere keuze hebben gemaakt in de onderzoeksperiode.

Werkgelegenheid kinderopvang

Om te bewijzen hoe vertekend het beeld is als je 2009 met 2013 vergelijkt, bekeken de onderzoekers van Buitenhek het aantal werknemers in de kinderopvang tussen 2009 en 2013. In 2009 werkten er nog 80.000 werknemers in de kinderopvang. In 2013 waren het er nog 78.000. Volgens de rekenmethode van het CBS zouden er slechts 2.000 banen verloren zijn gegaan in de kinderopvangbranche. Wat echter niet wordt vermeld, is dat er in 2011 nog 97.000 werknemers in de branche werkten. Vergelijk je de laatste cijfers met dat piekjaar, dan blijken er ineens bijna 20.000 banen verloren te zijn gegaan. ‘Alleen al de arbeidsdeelname in de kinderopvangbranche heeft in ieder geval fors geleden onder de toegenomen kosten’, aldus Buitenhek.

Bekijk hier de analyse van Buitenhek >>

Bureau Buitenhek trekt wel vaker analyses in twijfel. Bijvoorbeeld die van de Belastingdienst. Zij berichtten dat één op de drie ouderparen hun kinderopvangtoeslag moest terugbetalen, gemiddeld 2500 euro per huishouden. Maar volgens Adviesbureau Buitenhek is het beeld in werkelijkheid veel genuanceerder. Lees meer >>