Het Ministerie van Sociale Zaken presenteerde de cijfers van het eerste kwartaal van 2014. Er is gekeken naar het gebruik van kinderopvangtoeslag, het aantal locaties, de uurtarieven en de arbeidsparticipatie van vrouwen en mannen, vaders en moeders. De cijfers gelden voor het gebruik van opvang in het kinderdagverblijf, de buitenschoolse opvang en gastouderopvang.
Kinderopvangtoeslag
In het eerste kwartaal van 2013 maakten 648.000 kinderen nog gebruik van kinderopvangtoeslag, dit nam eind 2013 af tot 626.000, maar begin 2014 stond de teller weer op 642.000 kinderen. Dat betekent 3 procent groei ten opzichte van het laatste kwartaal van 2013. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat in 2014 de hoogste inkomens hun recht op kinderopvangtoeslag terugkregen.
Lage inkomens
Brancheorganisatie Kinderopvang maakt zich zorgen over de grote afname van kinderen in de laagste inkomenscategorie. In bijna alle inkomensgroepen werd er in het eerste kwartaal van 2014 iets minder gebruik gemaakt van kinderopvangtoeslag dan in het eerste kwartaal van 2013. In de laagste inkomensgroepen ligt de afname op 11 procent. Hoe hoger het inkomen, hoe kleiner de daling. In de hoogste inkomenscategorie 3 keer modaal en hoger is er juist sprake van een stijging van 46 procent. Dat beïnvloedt het gemiddelde cijfers van het gebruik van kinderopvang aanzienlijk: 1 procent minder kinderen die gebruik maken van kinderopvangtoeslag en 4 procent minder uren.
De arbeidsparticipatie daalde in het algemeen in het eerste kwartaal van 2014. In sommige categorieën is die daling licht, maar er zijn categorieën zoals de alleenstaande moeders waar de daling met 2,3 procent wat steviger is. Bekijk hier de cijfers van de arbeidsparticipatie.
Locaties kinderdagverblijven
De meeste kinderen gingen in het eerste kwartaal van 2014 naar de bso: 282.000, daarna naar het kinderdagverblijf: 262.000 en 98.000 kinderen gingen naar de gastouder. Het is opvallend dat het aantal kinderdagverblijven toenam, terwijl het aantal locaties in de bso en de gastouderopvang afnam. Brancheorganisatie Kinderopvang schrijft die stijging deels toe aan de omzetting van peuterspeelzalen in dagopvang waar veel gemeenten volop mee bezig zijn (geweest).
Herstellende economie
De totale daling van 5 procent in het gebruik van kinderopvangtoeslag komt overeen met wat leden van de Brancheorganisatie hebben geconstateerd. De belangenorganisatie merkt op dat er sprake lijkt van een stabilisatie, maar ziet ook dat de ontwikkelingen in de kinderopvang achterlopen bij de economie die al tekenen van herstel vertoont. Als er in de toekomst sprake is van groei, kan de precaire financiële situatie waarin veel kinderopvangeigenaren zitten een obstakel vormen en de arbeidsparticipatie van jonge ouders zelfs belemmeren.
Bekijk de cijfers over het eerste kwartaal van 2014: