Dit blijkt uit een onderzoek van Elianne Daamen. Voor haar master Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken aan de Universiteit Utrecht vroeg ze pm’er via een online enquête over vermoedens van kindermishandeling en hoe ze hiermee omgaan. 188 pm’ers reageerden op de vragenlijst. Daarnaast heeft Daamen nog achttien pm’ers geïnterviewd die aangaven wel eens een vermoeden van kindermishandeling te hebben gehad.
Stappenplan
Deze pm’ers vielen niet automatisch terug op de stappen die de meldcode kindermishandeling voorschrijft. De stappen die zij wel doorliepen, kwamen overigens wel bijna op hetzelfde neer: observeren en documenteren, collegiale consultatie, bespreken met ouders en contact opnemen met Veilig Thuis. Nadien werden cases in het team van pedagogisch medewerkers en leidinggevenden geëvalueerd. Blijkbaar zijn deze stappen in grote lijnen wel bekend.
Overleg met ouders
Uit de interviews kwam naar voren dat een meerderheid vindt dat ze onvoldoende kennis heeft van kindermishandeling. Zij twijfelden of ze vaardig genoeg zijn om signalen van kindermishandeling te herkennen. Bij een vermoeden, ervoeren bijna alle pm’ers handelingsverlegenheid bij het bespreken van vermoedelijke signalen met de ouders. Wat als ik ouders vals beschuldig? Wat als ouders zich afreageren op het kind? Wat als ouders hun kind van de opvang halen en het daardoor niet meer in beeld is? Deze vragen zetten pm’ers behoorlijk aan het twijfelen.
Jaarlijkse scholing
De oplossing zit hem volgens pm’ers in jaarlijks terugkerende scholing over kindermishandeling. Een repsondent uitte haar gevoel als volgt: ‘EHBO moeten we elk jaar herhalen. Maar scholing over kindermishandeling doen we nooit!’ De nadruk moet daarin liggen op het herkennen van signalen en het gebruik van de meldcode. Ook is er behoefte aan gespreksvaardigheden oefenen met ouders bijvoorbeeld door middel van rollenspellen.
Geen vermoeden
Uit de enquête viel het Daamen op dat veel pm’ers aangaven nooit een vermoeden van kindermishandeling te hebben gehad: 45 procent. Onder hen ook veel pm’ers die al meer dan 10 jaar werkzaam zijn in de kinderopvang. Daamen denkt dat daar verder onderzoek naar gedaan moet worden, want hoe kan het dat deze groep zo groot is?
Vroege signalering
De onderzoekster vindt het belangrijk om in de scholingsbehoefte van kindermishandeling te voorzien. Pm’ers zien jonge kinderen niet alleen veel en op structurele basis, maar zij zijn ook in staat om kindermishandeling in een vroeg stadium op te merken en aan te laten pakken. Voordat een kind naarde basisschool gaat. Het viel haar op dat de pm’ers die zij sprak een groot verantwoordelijkheidsgevoel hadden en kindermishandeling een belangrijk vonden.
Vermoed je dat een kind mishandeld of verwaarloosd wordt? Ga niet speuren naar bewijzen, maar probeer een beter en breder beeld te krijgen van hoe het met een kind gaat. Lees tips hoe dit aan te pakken