Het kabinet is het eens met de adviezen van de Onderwijsraad en de SER dat de (educatieve) kwaliteit van de voorschoolse voorzieningen omhoog moet, en heeft hier al diverse maatregelen voor genomen. Zo wordt er extra geïnvesteerd in personeel, onderzoek en kwaliteitsmetingen, en worden de kwaliteitseisen voor alle voorzieningen aangescherpt en geharmoniseerd.
Universeel aanbod voor alle kinderen
Maar de raden adviseren het kabinet ook toe te werken naar een ‘universeel stelsel’, dat alle kinderen vier a vijf dagdelen opvang per week aanbiedt (ongeacht hun achtergrond en of hun ouders werken of niet). Hieraan kan dit kabinet niet voldoen, vermeldt de brief. Verder integreren en uitbreiden van voorschoolse voorzieningen ‘vergt een forse ingreep in het voorschoolse stelsel met hoge kosten’, en dat kan deze kabinetsperiode niet meer gerealiseerd worden.
Onzekerheid over effecten
Daarnaast is het kabinet niet overtuigd van het nut van dit universele systeem. Het is namelijk niet duidelijk of de ontwikkeling van álle kinderen vooruit gaat in voorschoolse voorzieningen. ‘Onderzoek hiernaar is niet eenduidig,’ aldus de brief. ‘Voor kinderen uit een hoog sociaal economisch milieu geldt dat sommige onderzoeken positieve effecten vinden, terwijl andere onderzoeken geen of zelfs negatieve effecten constateren. Daarnaast bestaat er ook onzekerheid over de grootte van de gevonden effecten.’ Zolang hier geen zekerheid over is, wil het kabinet geen ingrijpende stelselwijziging doen met ingrijpende financiële consequenties.
Lees hier de volledige kamerbrief.
Het CPB concludeerde onlangs in het rapport ‘Kansrijk onderwijsbeleid’ dat VVE alleen effect heeft bij achterstandskinderen. Bij kinderen zonder achterstand levert deelname aan een VVE-programma geen enkele positieve leerwinst op. Lees meer