Voor de kleuters (tot 6 jaar) wonnen de boeken ‘De krijtjes staken’ van Drew Daywalt en ‘Soms laat ik je even achter’ van Daan Remmerts de Vries. ‘De krijtjes staken’ gaat over Teun die een stapel brieven in zijn kleurdoos vindt. De brieven komen van zijn kleurkrijtjes, die het zat zijn. De vraag is of Teun een goede oplossing kan vinden. In ‘Soms laat ik je even achter’ laat een meisje haar beer achter in het bos, want soms is het lekker om even alleen te zijn. Beer is wel een beetje bang, maar beleeft al snel grote avonturen om aan het einde van de dag weer het meisje te vinden.
Kinderboeken 6 t/m 9 jaar
Van de kinderboeken voor 6 t/m 9 jaar wonnen ‘Bruno wordt een superheld’ van Håkon Øvreås en ‘Een afspraakje in het bos’ van Sylvia van den Heede een Zilveren Griffel. Bruno is overdag gewoon Bruno, maar als de zon ondergaat, wordt hij Bruino de superheld. Het boek gaat over vriendschap en moed en is vertaald uit het Noors. Het won eerder al in Noorwegen een prijs voor het beste kinderboek van het jaar. ‘Een afspraakje in het bos gaat over vleermuis die een afspraakje had met hert. Alles voor het afspraakje staat klaar, maar als er wordt aangebeld staat niet hert, maar een kever voor de deur.
Kinderboeken vanaf 9 jaar
In de categorie vanaf negen jaar gingen de Griffels naar ‘Hotel De Grote L’ van Sjoerd Kuyper en ‘De goochelaar, de geit en ik’, geschreven door Dirk Weber. Als de vader van de dertienjarige Kos door een hartaanval in het ziekenhuis ligt, dreigt het Hotel De Grote L behoorlijk in de soep te lopen. Kos probeert samen met zijn zussen het hotel draaiende te houden. ‘De goochelaar, de geit en ik’ gaat over Camiel die goochelaar wil worden. Maar als zijn vader gearresteerd wordt, moet hij voor het geld zorgen en met school stoppen. Camiel wil daarom koste wat het kost zijn vader vrij krijgen.
Informatieve kinderboeken
De beste informatief kinderboeken zijn ‘Lieve Stine, weet jij het?’ van Stine Jensen. Zij is een moderne filosoof en geeft duidelijk antwoorden op vragen van kinderen. Vragen als: waarom mag je niet gewoon zeggen dat je een cadeau lelijk vindt? En: hoe weet je bij welk groepje je hoort als je naar de middelbare school gaat? Ook ‘Hoe ik per ongeluk een boek schreef’ van Annet Huizing kreeg een prijs en gaat over Katinka die schrijfster wil worden en daarvoor les krijgt van haar overbuurvrouw. Tijdens de lessen, komt ze ook achter een bijzonder levensverhaal.
Poëzie
Het voorleesboek ‘Doodgewoon’ van Bette Westera won de prijs voor het beste poëzieboek voor kinderen. De gedichten gaan over de dood en vertellen op een luchtige manier over allerlei vragen die bij het thema dood horen.
Mooiste illustraties
Ook zijn twee titels bekroond met een Zilveren Penseel, voor de beste geïllustreerde kinderboeken. ‘Sneeuwwitje breit een monster’ door Annemarie van Haeringen vertelt en laat vooral zien dat Sneeuwwitje tijdens het breien even niet goed oplet en dan opeens een wolf breit. Ze kan nog net op tijd in de kast springen. Maar wat nu? ‘Monsterboek’ van Alice Hoogstad gaat over een zwart-witte stad waarin een meisje met krijtjes kleurrijke monsters tekent. Die komen plotseling allemaal tot leven.
Op mbo-opleidingen voor pedagogisch medewerker zouden de onderwerpen voorlezen en taalontwikkeling een vast onderdeel moeten worden. Dat vindt De Leescoalitie >>