Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Nederlands kind ziet de meeste opvoeders

Nederlandse kinderen komen, meer dan hun leeftijdgenoten in andere Europese landen, in aanraking met verschillende opvoeders. Dit zijn naast de ouders met name de kinderopvang of peuterspeelzaal en opa's en oma's. Geen land biedt kinderen zo'n versnipperde opvoedomgeving als ons land. Dit blijkt uit een rapport van Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Unie.
Nederlands kind ziet de meeste opvoeders
Foto: ANP

De cijfers gaan over het jaar 2013. Veel Europese landen hebben een keuze gemaakt in wat het beste is voor het kind en voeren dit door in hun beleid door kinderopvang betaalbaar of juist onbetaalbaar te maken. In Bulgarije, Slowakije en Litouwen worden veruit de meeste kinderen alleen door hun ouders opgevoed. Aan de andere kant van de grafiek staat Nederland. Van de kinderen tot 4 jaar groeit nog geen 30 procent op bij uitsluitend zijn of haar ouders. Voor kinderen in de basisschoolleeftijd ligt dit ook laag, maar daarin is Nederland geen uitzondering. Opvallend is dat in Polen bijna 40 procent van de schoolgaande kinderen alleen door hun ouders worden opgevoed.

Groot bereik, weinig uren

Tegelijkertijd scoort Nederland hoog in het bereik van kinderen via kinderopvang en voorschoolse programma’s. Nederland bereikt de meeste kinderen in de schoolgaande leeftijd met formele opvang. Maar daar moet wel bij worden aangetekend dat Nederlandse kinderen gemiddeld maar een paar uur per week gebruikmaken van opvangarrangementen. In andere landen, zoals de Scandinavische landen, is het bereik gemiddeld lager, maar maken kinderen wel bijna fulltime gebruik van naschoolse opvang.

Opa’s en oma’s

Het versnipperde aanbod in ons land is ook terug te zien in de cijfers over informele opvang van kinderen. Vooral de Nederlandse opa’s en oma’s passen volop op en op vaste basis: dit gebeurt bij 60 procent van de Nederlandse baby’s. De bezuinigingen op de kinderopvang hebben dit cijfer de afgelopen jaren sterk doen stijgen.

Barcelona-norm

Het goede nieuws is dat Nederland één van de negen EU-landen is die voldoet aan de Barcelona-norm. Deze norm houdt in dat 90 procent van de kinderen vanaf drie jaar en 33 procent tot drie jaar terecht moet kunnen in de kinderopvang. Door de bezuinigingen op de kinderopvang zijn wachtlijsten verdampt en kunnen ouders weer terecht in de kinderopvang. Ook in deze statistieken valt op dat Nederland, vergeleken met de andere Europese landen, uitzonderlijk hoog scoort op het percentage kinderen dat weinig uren naar de opvang gaat.

Nederland hoorde in 2012 ook tot één van de acht landen die voldeden aan de zogeheten Barcelona-doelstellingen, maar dreigde deze positie te verliezen. Lees hoe Nederland er toen voor stond >>

Download het volledige rapport van Eurostat Being young in Europe today hier:

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.