Vanaf 1 januari 2016 gelden dezelfde kwaliteitseisen voor kinderopvang en peuterspeelzalen. De belangrijkste verschillen tussen dagopvang en peuterwerk zitten nu in de wettelijke regels voor de beroepskracht-kindratio en de inzet van vrijwilligers.
Dat betekent voor peuterspeelzalen dat vanaf 2016 alle groepen bezet moeten zijn met (ten minste) twee gekwalificeerde beroepskrachten. De bijna 700 peuterspeelzalen met 1 beroepskracht aangevuld met 1 vrijwilliger voldoen dan niet meer aan de wettelijke eisen. De 250 aanbieders en de 170 gemeenten die te maken hebben met peuterspeelzalen die deels gedraaid worden met vrijwilligers moeten plannen maken hoe dit aanbod – in aangepaste vorm – kan worden voortgezet en gefinancierd.
Scherpere kwaliteitseisen
Nu nog is er een verschil in de wettelijke regels voor de beroepskracht-kindratio tussen peuterspeelzalen (2 beroepskrachten op maximaal 16 peuters) en dagverblijven (2 beroepskrachten op maximaal 14 peuters). Of peuterspeelzalen vanaf 2016 ook met groepen van maximaal 14 peuters moeten werken, hangt af van de afspraken die de brancheorganisaties, de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang en Peuterspeelzalen (BOinK) en minister Asscher de komende maanden gaan maken over de uitwerking van het landelijke kwaliteitskader voor alle voorschoolse voorzieningen.
Kinderopvangtoeslag
In de brief staat nu dat werkende ouders vanaf 2016 recht krijgen op kinderopvangtoeslag voor opvang in de voorschoolse voorziening van hun keuze: kinderdagverblijf en/of peuterspeelzaal. Voor gemeenten waar de peuterspeelzalen al zijn omgevormd tot peuteropvang en het aanbod al voldoet aan de kwaliteitseisen van de dagopvang verandert er met deze plannen niets. De financiering van voorschoolse voorzieningen voor niet-werkende ouders wordt niet geregeld via de toeslagregeling en dat is misschien wel de belangrijkste verrassing in deze brief.
Gemeenten
Het Rijk wordt verantwoordelijk voor de kinderopvangtoeslag voor opvang van kinderen van werkende ouders in de kinderopvang of een peuterspeelzaal. Het organiseren van een aanbod voor kinderen van alleenverdieners of niet-werkende ouders blijft een verantwoordelijkheid van de gemeente en is dus afhankelijk van de beleidskeuzes die gemeenten maken. Dit betekent dus niet dat deze ouders per definitie meer of minder gaan betalen dan ouders die gebruik maken van de toeslagregeling. Het blijft mogelijk (en wenselijk) dat gemeenten de ouderbijdragen voor deze ouders afstemmen op de netto kosten van ouders die gebruik maken van de toeslagregeling.
Financiering
Gemeenten raken per 2016 de decentralisatie-uitkering Wet Oke kwijt. Het Rijk neemt de financiering van het reguliere peuterspeelzaalwerk voor kinderen van werkende ouders voor haar rekening. Als dekking voor die extra toeslaguitgaven wordt er vanaf 2016 geld overgeheveld van gemeenten naar het Rijk. Het kabinet is bereid de overheveling van middelen te beperken tot de decentralisatie-uitkering in het kader van de Wet Oke. Deze uitkering startte in 2010. Dat bedrag komt per 2016 te vervallen als dekking bij gemeenten en zal gebruikt worden voor dekking van de toeslaguitgaven bij het Rijk. De korting op het gemeentefonds versterkt de prikkels van gemeenten om peuterspeelzalen om te vormen tot peuteropvang. Over de definitieve vormgeving en bijbehorende financiering van de voorstellen vindt overleg plaats met de VNG.
Asscher maakt de plannen bekend
Minister Asscher maakt een definitief einde aan de versnippering van peuterspeelzalen en kinderdagopvang. Peuterspeelzaalwerk en kinderopvang worden geïntegreerd in één stelsel. Na lang overleg met de branchepartijen en de VNG, heeft minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher de langverwachte plannen voor de kinderopvang bekendgemaakt. Lees hier wat de plannen zijn.
Vallen gastouders ook onder de nieuwe eisen voor de kinderopvang?
Weet iemand dat?
Nu is een MBO2 diploma voldoende maar wordt dat ook verhoogd naar MBO3?
Ik vind het een goed idee van minister Asscher. Zo worden de doelgroep kinderen samengevoegd met de ‘normale’ PSZ en kinderdagverblijven en wordt zo de taal van de doelgroep-kinderen gestimuleerd. Echter vind ik het idee dat de ouders een mogelijkheid hebben om flexibele opvang te krijgen een minpunt hebben. Zo zouden ouders de mogelijkheid hebben om hun kind elk moment van de dag op de mogen halen, met gevolg dat de planning van de leidsters kan worden verstoord.
Een van de doelen van…
Een van de dopelen van Asscher is het meer op maat aanbieden van reguliere opvang. Geen oplossiing dus, maar aanpassen aan de vraag van de ouders.
Als gevolg van de kortere openingsduur is peuterspeelzaalwerk per uur ca. 25% duurder dan dagopvang. Als de gemeenten de systematiek van de kinderopvangtoeslag gaan toepassen (afrekenen op bezette dagdelen) en een vergelijkbare maximum subsidiabele uurprijs hanteren, komt de kinderopvangorganisatie dus tekort. Ik ben benieuwd welke oplossing daarvoor gevonden wordt.