Abvakabo FNV is blij met de afspraken die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met het kabinet heeft gemaakt over de strengere controle in de kinderopvang. Maar het doet niets aan het onderliggende probleem van de onderbezetting. Zolang er pedagogisch medewerkers alleen op de groep staan, is de veiligheid niet te garanderen.
Bureaucratie
“Een stap in de goede richting” vindt Ilse van der Weiden, bestuurder Abvakabo FNV. “Strengere controle is goed, mits het geen grotere administratieve en financiële last op de sector legt. Hoe meer werknemers zich bezig moeten houden met bureaucratie, hoe minder ze aan het echte werk toekomen. We maken liever strenge afspraken over de bezetting. Uit inventarisatie blijkt dat veel kinderopvangcentra zich daar niet aan houden.”
(bron: Abvakabo FNV)
Het probleem dat Abvakabo FNV aanhaalt betreft naar mijn weten het als organisatie structureel hebben van een niet correcte leidster-kind ratio (teveel kinderen per pedagogisch medewerker). Er bestaan namelijk kleinschalige kinderopvangorganisaties die met één pedagogisch medewerker op een groep zich strikt houden aan het maximale aantal kindplaatsen. Deze kinderopvangorganisaties (zoals die van ons) hebben de overtuiging dat een betrokken en kleinschalige aanpak meerwaarde bied boven het vullen tot maximale kindplaatsen en aanzienlijk minder persoonlijke aandacht. Wij stellen de kwaliteit vér boven kwantiteit en staat niet niet de winstmaximalisatie centraal maar de te bieden kwaliteit van het kindcentrum. De stelling van Abvakabo FNV zou dergelijke kinderopvangondernemingen volledig torpederen en dat kan m.i. niet de bedoeling zijn.
groet,
ondernemer in de kleinschalige kinderopvang.