Minster van Sociale Zaken Henk Kamp geeft geen gehoor aan de oproep van het NVTK (Vereniging van Toezichtouders) om de sector kinderopvang onder te brengen onder de wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Kamp vindt het niet effectief om een wettelijk maximum in te stellen voor het salaris van bestuurders in de kinderopvang.
Behoefte aan een duidelijk kader
Het NVTK pleitte voor de WNT omdat zij van mening is dat de kinderopvang ‘in aanzienlijke mate uit publieke middelen wordt bekostigd’ en omdat er bij de leden van de NVTK behoefte bestaat aan een duidelijk kader voor het vaststellen van de bezoldiging van topfunctionarissen in de sector. ‘Maar’ legt Kamp uit, ‘omdat kinderopvang een private sector is waarin onderlinge concurrentie is, kán de sector niet onder de WNT vallen. De overheid draagt via de kinderopvangtoeslag weliswaar bij in de kosten van kinderopvang, maar heeft uitsluitend een financiële relatie met de ouders en niet met de aanbieders van kinderopvang.’
Governancecode Kinderopvang
Kamp benadrukt ook dat het juridisch niet eens mogelijk is om onder de WNT te vallen omdat kinderopvanginstellingen BV’s en NV’s zijn waardoor winst naar de eigenaar vloeit en niet in de organiaties blijft. Dit geldt nog sterker wanneer de directeur tevens eigenaar is. Hij verwijst naar de Governancecode die de NVTK en de bdKO (Beroepsvereniging voor directeuren in de kinderopvang) in 2010 hebben opgesteld.
