Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Bart de Koning – De band tussen dier en kind

Gisteren sprak ik met de boerin van stadsboerderij de Zimmerhoeve over bezoekjes van de kinderopvang. De Zimmerhoeve ligt midden in Amsterdam. En kinderdagverblijven gebruiken de boerderij graag voor een uitstapje. Pedagogisch werkers duwen de bolderkarren, met peuters volgeladen over de binnenplaats en de stallen. Maar helaas krijgen de peuters nauwelijks de gelegenheid om uit te stappen, een konijn te aaien, of de varkens te bewonderen. Het is voornamelijk in de kar zitten, en rondkijken. Wat jammer eigenlijk. Want kijken doen peuters met hun handen, voeten, neus en oren.

Hoe kan het dan wel?

Laat de kinderen ten eerste vrij rondlopen op de kinderboerderij. Bespreek met boer of boerin de mogelijkheden om de peuters in contact te brengen met de dieren. Dieren op schoot, vinden peuters vaak niet zo prettig. En eigenlijk is het voor de dieren ook niet zo’n succes. In veel kinderboerderijen lopen de cavia’s dan ook in een bak op stahoogte. Ze kunnen zelf kiezen of ze beneden in hun hok willen zitten, of boven in het zicht van de kinderen. Je kunt de peuters vertellen dat je de cavia’s een plezier doet door ze een worteltje of een stukje bloemkool te voeren.
Een andere optie is een paar grote konijnen, misschien een tamme kip los te laten in een lege stal. Zet strobalen neer, en laat de peuters daar op zitten. De dieren komen misschien naar je toe. Misschien ook niet. De peuters worden niet gedwongen om een dier te aaien, maar je kunt ze wel stimuleren om dat te doen.

Tegelijkertijd kun je zo’n moment gebruiken om in gesprek te gaan met de peuters? Wie heeft er thuis een huisdier? Hoe heet het huisdier? Wat is het voor dier? Is het lief? Waarom? Of is het juist stout? En wanneer? Kinderen zijn vaak heel betrokken bij hun huisdier, en het dier geeft hen vaak troost als ze even verdrietig zijn. Praten over huisdieren en er mee omgaan bevordert uiteraard ook de taalontwikkeling. Kinderen leren begrippen benoemen als de lichaamsdelen (oren, ogen, staart, vacht, haren etc.) maar ook of het dier ‘zacht’ is, wat het dier voor geluid maakt, wat het lekker vindt om te eten, of wat er op de grond ligt. Poep en keutels hebben ook nadrukkelijk de aandacht, ook omdat het zo stinkt.

Prentenboeken zijn er trouwens over volgeschreven, waarbij je je afvraagt wie er geobsedeerd zijn door poep? De schrijver, de uitgever, of het kind waarvoor het bedoeld is. (een topper is: ‘over een kleine mol die wil weten wie er op z’n kop gepoept heeft’).
Omgaan met huisdieren en dieren op de kinderboerderij is ook goed voor de ‘morele’ ontwikkeling. Vragen als ‘wat vindt het dier fijn?’ en ‘wat vindt het dier vervelend?’ of ‘wat heeft het dier nodig?’ en ‘wie zorgt er voor het dier?’ maken kinderen bewust van hoe je met dieren om moet gaan, maar misschien ook wel met je vriendjes op de kinderopvang. Als een konijn het niet leuk vindt als je aan z’n oren trekt, vind je medepeuter het ook niet leuk als je hem plaagt.

Allerlei kansen dus voor een verrijkend bezoek aan de kinderboerderij. Maak eens een afspraak met boer of boerin in de buurt. En alvast veel plezier gewenst!
Deze blog staat ook op mijn eigen weblog: natuurindekinderopvang.blogspot.com , hier vind je ook veel andere tips over natuuractiviteiten voor KDV en BSO.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.