Dit meldt Kennisnetwerk Gastouderopvang (KNGO) op haar website. De veranderingen in de examinering komen door een aanpassing van het kwalificatiedossier (oftewel de minimale vereiste vaardigheden om een diploma te ontvangen). Tot op heden werd gebruik gemaakt van het kwalificatiedossier Helpende Zorg en Welzijn. Vanaf 1 augustus wordt dit onderdeel van het dossier ‘Dienstverlening’.
Minder theorie-examen
Er zijn weinig aanbieders van specifieke, verkorte routes voor gastouders, maar ROC Rivor heeft wel zo’n traject. Zij zien zich genoodzaakt om de examinering flink aan te passen. Het aantal theorie-examens neemt af, maar voor de voorbereiding van het praktijkexamen wordt meer tijd vrijgemaakt. Het praktijkexamen zal 30 minuten langer gaan duren vanwege nieuwe simulatieopdrachten en keuzedelen.
Keuzedelen
Studenten moeten straks uit twee keuzedelen kiezen en hier examen in doen. Denk aan ZZP’erschap, Arbo, BSO en meer. Het ROC is verplicht om drie keuzes aan te bieden. ROC Rivor heeft nog niet bekend gemaakt welke dit worden. Vraagouders krijgen een kleine rol in de examinering door afstemming en feedback te geven.
Praktijkervaring vereist
De schriftelijke examinering zal bestaan uit het examen beroepsgerichte kennis en het examen Nederlands schrijven. Dit onderdeel neemt bijna 2 uur in beslag. Wat verder opvalt: de benodigde praktijkervaring is uitgebreid. Zo moet een deelnemer aantonen ervaring te hebben met administratie, zoals urenregistratie, maar ook met onderhoudswerkzaamheden zoals het repareren van een kinderstoel of het signaleren van kapot speelgoed.
Kosten
De aanpassingen leiden wel tot hogere kosten. Daarom zien ROC Rivor zich genoodzaakt de prijs per diplomaroute met 75 euro te verhogen. Gastouders die de verkorte opleiding nu al volgen, behouden het oude traject. De nieuwe examinering gaat pas in voor nieuwe deelnemers na 1 augustus 2016.
De opleidingseisen voor Nederlandse gastouders zijn hoger dan in andere Europese landen. Dit blijkt uit een vergelijkend onderzoek van het Kohnstamm Instituut uit 2014. Lees meer over dit onderzoek