Wanneer de ouders afwezig waren was het eeuwenlang normaal om kinderen bij buren of familie onder te brengen. De rijke burgerij had personeel in dienst dat kon oppassen. In 1872 werd de eerste ‘bewaarplaats’ opgericht voor de armere burgers van wie ook de vrouw moest werken.
Emancipatie
Na de tweede emancipatiegolf (jaren 70) hadden steeds meer vrouwen kinderopvang nodig, omdat zij betaald werk gingen doen. Andere ouders wilden de zorg voor hun eigen kinderen combineren met een betaalde dienst. Tussen 1970 en 1980 ving de betaalde thuisopvang twee keer zoveel kinderen op als de geregistreerde kindercentra. Om die reden startte in 1977 het eerste gastouderbureau. Dit bureau wilde vraag en aanbod op elkaar afstemmen en bewaakte de gemaakte afspraken tussen beide partijen. Vier jaar later, in 1981, waren er al meer dan twintig gastouderbureaus. Gastouderopvang was toentertijd slecht betaald werk met een zwakke rechtspositie. Dat zou de ‘de traditionele vrouwenrol’ bevestigen.
Rechtspositie
Vanaf ongeveer 1990 namen gastouderbureaus initiatieven om de rechtspositie van gastouders te verstevigen. De gastouderopvang groeide in die tijd minder hard dan de reguliere opvang. Stichting UK in Amsterdam en Eindhoven kwam met het ‘UK-uitzendmodel’. Hierin verdienden gastouders met vier opvangkinderen een minimumloon. Andere gastouders kregen een 8-urencontract. Met dit gegarandeerde basisinkomen hadden zij recht op sociale voorzieningen bij werkloosheid en arbeidsongeschiktheid.
Wet kinderopvang
Sinds 2005 valt de gastouderopvang onder de Wet kinderopvang. Sindsdien kunnen ouders aanspraak maken op kinderopvangtoeslag als zij gebruik willen maken van gastouderopvang. Vanaf 2010 geldt er voor gastouders een opleidingseis: een diploma op minimaal MBO2-niveau. Individuele gastouders zijn daarnaast verplicht om zich te laten registreren in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). Dit is in het kader van toezicht en handhaving. Vanaf 2012 wordt er een continue screening uitgevoerd op het LRKP-bestand.
De opleidingseisen voor Nederlandse gastouders zijn hoger dan in andere Europese landen. Dit blijkt uit hetzelfde onderzoek. Het onderzoek moet duidelijkheid scheppen over hoe Nederlandse gastouderopvang zich verhoudt tot gastouderopvang in andere, West-Europese landen. Lees meer >>