Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

Gebruik kinderopvang met 13 procent gedaald

Het gebruik van kinderopvang is het eerste half jaar van 2013 met 13 procent gedaald, vergeleken met 2012. In het eerste kwartaal was er nog sprake van een daling van 12 procent. Verder concludeert minister Lodewijk Asscher dat dit nauwelijks ten koste is gegaan van de arbeidsparticipatie van vaders en moeders.
Gebruik kinderopvang met 13 procent gedaald
Foto: ANP Photo

Dit schrijft minister Asscher in een brief aan de Tweede Kamer. De daling van 13 procent kan worden uitgesplitst in een daling van 8 procent in het aantal kinderen met kinderopvangtoeslag en een daling van 5 procent in het aantal uren per kind.

Debat uitgesteld

Volgens CDA-Kamerlid Pieter Heerma bewijzen de cijfers opnieuw ‘dat er een veenbrand woedt in de kinderopvang. Ouders kunnen die niet meer betalen, organisaties gaan failliet en steeds meer mensen verliezen hun baan’. Onder druk van de regeringsfracties VVD en PvdA is een debat hierover, dat donderdag zou plaatsvinden, een maand uitgesteld. Volgens Heerma steken deze partijen hun kop in het zand en laten ze zien dat ze de kinderopvang niet serieus nemen.

Lage inkomens

De grootste daling is te zien bij ouders met een laag inkomen: 15 procent vergeleken met 2012. Asscher noemt deze daling ‘relatief groot’. In deze categorie is vooral te zien dat ouders ervoor hebben gekozen om helemaal geen gebruik te maken van kinderopvang. Hoe minder ouders verdienen, hoe groter de vraaguitval.

Hoge inkomens

Aan de andere kant is er bij ouders die meer dan drie keer modaal verdienen ook een enorme vraaguitval omdat zij met ingang van 1 januari 2013 helemaal geen kinderopvangtoeslag meer krijgen voor het eerste kind. Dit raakt ongeveer 30.000 kinderen, goed voor 4 procent van alle kinderen in Nederland. Minister Asscher heeft ervoor gekozen om deze kinderen niet mee te tellen in de cijfers omdat niet te zien is of ouders wel of niet gebruikmaken van kinderopvang.

Werkende moeders

De arbeidsparticipatie van moeders met jonge kinderen is nu 70,5 procent. Volgens minister Asscher is de netto arbeidsparticipatie vergeleken met het eerste kwartaal nagenoeg constant gebleven. Vergeleken met 2012 is er wel een daling te zien, want toen werkte 71,5 procent van de moeders met jonge kinderen nog. Het aantal werkende moeders is vergelijkbaar met het cijfer van 2009. Alleen in de categorie 25 tot en met 35 jaar is een opvallende daling zichtbaar de afgelopen jaren: van 79,2 procent in 2008 naar 75,8 procent in 2013. De arbeidsparticipatie van vaders is amper veranderd.

Kleine baan

De meeste vrouwen met jonge kinderen werken meer dan 24 uur per week. Dit aantal is de laatste jaren toegenomen. Het aantal moeders met een kleinere baan (12-23 uur) is de afgelopen jaren juist afgenomen.

Locaties

Het aantal kinderopvanglocaties is volgens de cijfers van het ministerie nog altijd amper afgenomen. In juli 2013 werden er 6149 kinderdagverbliven en 6510 bso’s geteld. Er is slechts sprake van een lichte daling. De minister laat zich niet uit over het effect van het aantal geharmoniseerde peuterspeelzalen die nu vallen onder de kinderopvang en de eventuele invloed hiervan op het cijfer. Opvallend is wel dat het aantal gastouders de laatste jaren wel flink is afgenomen. Deze trend is het hele jaar al zichtbaar. In een jaar tijd stopten ruim zesduizend gastouders met het aanbieden van kinderopvang.

Uurtarieven

De gemiddelde uurtarieven stegen in de kinderopvang, vergeleken met 2012. De gemiddelde tarieven komen zowel voor de dagopvang als de buitenschoolse opvang boven het maximum tarief uit. Maar het verschil tussen het maximum tarief en het gemiddelde tarief is op hetzelfde niveau als in 2012.
Bekijk de brief van minister Asscher

1 REACTIE

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.