Dat zijn de woorden die de (‘doodgeschrokken’) kikkers, libellen en ooievaars roepen als de krokodil hen door zijn manier van doen wegjaagt. Ondanks zijn ‘pestgedrag’ vindt de arme krokodil aan het (vrij abrupte) einde van het boek een vriend – een andere krokodil – die precies hetzelfde doet!
De meeste kinderen vinden al dat spetteren en klappertanden leuk en spannend. Maar mij spreekt de keuze voor de bovengenoemde woorden niet aan. Ik vind het niet nodig dat kinderen van 3 – 4 jaar al zulke woorden kennen. Moet alles al op deze leeftijd zo nuchter, zo hard, zo ‘down-to-earth’?
Mag het misschien nog wat speelser? Mag je misschien vertellen dat de dieren schrikken, maar dat de krokodil het helemaal niet zo bedoelt? Want de krokodillen spetteren en klappertanden nu eenmaal gewoon?
‘Moet alles al op deze leeftijd zo nuchter, zo hard, zo ‘down-to-earth’?’
Het boek is overigens schitterend geïllustreerd. En ik moet toegeven: tijdens mijn kleine bijdrage aan de voorleesdagen op het kinderdagverblijf Johanna Margaretha – een poppenkastvertelling, samen met mijn collega Piet – zag ik de kinderen genieten.
Poppenspel was maar één van de vele activiteiten die werden georganiseerd ter gelegenheid van de Nationale Voorleesdagen en ook ter gelegenheid van het thema Boeken. Meenemen van een lievelingsboek, voorleesontbijt, handpoppen maken van sokken… dit is maar een greep uit het rijke programma op het kinderdagverblijf.