Dekker wil scholen en gemeenten de komende jaren met in totaal honderd miljoen euro korten op hun budget voor het wegwerken van achterstanden. Daarnaast gaat tien miljoen euro achterstandsgeld, dat eerder naar de steden ging, voortaan naar kleinere gemeenten. De Tweede Kamer vergadert donderdag over dit achterstandsbeleid, en daarom schrijven de vier grootste steden vandaag een brief aan de betrokken Kamerleden. De wethouders van de 33 andere grote steden hebben de brief ook ondertekend.
Ten koste van VVE
De Rotterdamse wethouder Hugo de Jonge (CDA) vreest dat de bezuiniging onder andere ten koste gaat van voorschoolse educatie. In dagblad Trouw zegt hij: ‘Door dit afbraakbeleid zal een derde van de dik tweehonderd voorschoolse opvangvoorzieningen in Rotterdam moeten sluiten.’
Ook in Amsterdam zijn wethouders bang dat veel voorscholen straks dicht moeten, wat een ‘enorme segregatie’ zal veroorzaken. De stad is namelijk bezig met een fusie tussen de voorschool en de particuliere kinderopvang, waar peuters met en zonder achterstand elkaar tegen komen. Deze bezuiniging betekent hierin een stap terug.
Wijken zonder opvang
Simone Kukenheim (D66), onderwijswethouder van Amsterdam: ‘Ouders met een baan kunnen hun kinderen nog wel naar een particuliere opvang brengen. Maar die zijn er al niet meer in wijken met veel achterstanden. Hele wijken komen straks zonder opvang te zitten. Er zit totaal geen visie achter dit beleid.’ Daarnaast vreest Kukenheim dat honderden mbo’ers en hbo’ers die de afgelopen jaren zijn opgeleid voor de voorschoolse educatie, hun baan zullen verliezen.
Verdeling achterstandsgeld
Hoeveel achterstandsgeld een gemeente krijgt wordt nu nog bepaald aan de hand van het opleidingsniveau van burgers. En omdat dat opleidingsniveau in de steden is gestegen, vindt Dekker dat zij met minder geld toe kunnen.
Maar de wethouders waarschuwen dat er niet alleen naar opleidingsniveau moet worden gekeken. Migranten uit Polen en Bulgarije, en ook vluchtelingen uit Syrië, hebben bijvoorbeeld vaak meer dan alleen lager onderwijs afgerond. Maar zij kampen wel met een taalachterstand en veel andere problemen. De stadsbestuurders willen het achterstandsgeld dus verdelen aan de hand van meer criteria, zoals inkomen, afkomst en de wijk waar een gezin woont.
Motie Tweede Kamer
PvdA-Kamerlid Keklik Yucel vroeg Dekker eind vorig jaar al om het achterstandsgeld te verdelen op basis van meer criteria dan alleen opleidingsniveau. Zo worden alle doelgroepkinderen volgens haar beter bereikt. Een Kamermeerderheid steunde haar motie en zij zal de staatssecretaris donderdag dan ook opdragen die uit te voeren. ‘Ik zal erop letten dat hij de bezuinigingen niet via andere routes doorvoert.’
Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de PO-raad, de Brancheorganisatie Kinderopvang en de MOgroep sturen de Tweede Kamer vandaag een brief, waarin ze de Kamer oproepen niet in te stemmen met de bezuiniging.
Hilde Kalthoff (Nederlands Jeugdinstituut), Eline Kolijn (MOgroep) en Carine Thesingh (Spelenderwijs Utrecht) riepen eind maart juist op meer te investeren in voorschoolse educatie, omdat het de ontwikkelingskansen van kinderen met een achterstand daadwerkelijk vergroot. Lees hier hun pleidooi
De VNG heeft aangegeven dat zij de optie van actualiseren niet steunen. Daarom heeft de staatssecretaris besloten om de huidige specifieke uitkering voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid nogmaals te verlengen op basis van de schoolgewichten in 2009. Het budgettaire kader inclusief ramingsbijstelling blijft daarbij leidend. In 2017 betekent de ramingsbijstelling voor alle gemeenten dat zij 2,8 procent minder goab-middelen zullen ontvangen dan in 2016
De staatssecretaris heeft de veiligste weg gekozen. Peiljaar blijft 2009. Maar wel met een evenredige korting van totaal 10 miljoen. Bron: Vergaderstukken Algemeen Overleg 14 april.